27 Juli 1933
76
De Voorzitter opent de Vergadering op de gebrui-
kelijke wijze.
De heer Rijkes wordt door het lot aangewezen om
bij eventueele stemmingen het eerst zijn stem uit te
brengen.
De Voorzitter deelt vervolgens mede, dat de heer
De Tello heeft verzocht, een verklaring te mogen af-
leggen. Spreker geeft hiertoe den heer De Teüo het
woord.
De heer De Tello legt vervolgens de navolgende
verklaring af
,,Per 23 April 1932, dus ruim een jaar geleden,
werd aan Uwen Raad medegedeeld door Uw lid Dis-
selkcen, dat hij vanaf dat tijdstip Iid was geworden
der O.S.P.
Als woordyoerder der S.D.A.P. heb ik toen in de
vergadering van 28 April opgemerkt, dat de heer
Disselkoen hier dus vertegenwoordigd bleef zonder
een mandaat der kiezers, aangezien de heer Disselkoen
uitdrukkelijk was verkozen op het program der S.D.A.P.
In dit verband stelde de heer Disselkoen zich op
het standpunt, dat zoolang geen andere uitspraak der
kiezers het tegendeel bewees, hij meende gerechtigd
te zijn de O.S.P. als uitgetreden deel der S.D.A.P. te
vertegenwoordigen.
Ik stel er prijs op, Mijnheer de Voorzitter, te ver-
klaren, dat dd. 11 juni een brief bij het Bestuur der
S.D.A.P. is binnengekomen, waarbij de heer Disselkoen
verzoekt weder als Iid der S.D.A.P. te worden inge-
schreven, daarbij tevens zijn mandaat als raadslid ter
beschikking van de afdeeling, die hem oorspronkelijk
afvaardigde, stellend.
Een ieder die in dezen raad zich stelt op de basis
van de goede democratische politieke verhoudingen,
zal ongetwijfeld erkennen, dat hiermede de Heem-
steedsche kiezers, welke blijkens den uitslag der ge-
meenteraadsverkiezingen het program der S.D.A.P.
kozen, wederom in het bezit kwamen van de hen
rechtens toekomenden politieken invloed door middel van
hun twee zetels in Uw Raad.
Zijn bedanken als lid der O.S.P. motiveerde de heer
Disselkoen in een schrijven, dd. 11 Juni, aan het
bestuur dier partij, luidende als volgt