28 September 1933 125
zoodanig worden geregeld, dat wanneer hij er niet is,
een ander hem zoolang zal vervangen.
De heer Van der Erf vraagt, wat er dan eigenlijk
voor te zeggen is, om hier een formeele verandering
aan te brengen, als het toezicht op de begraafplaats
niets te wenschen overliet. Welke zijn dan de motie-
ven van Burgemeester en Wethouders voor deze ver-
andering, vraagt spreker.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat deze maatregel
siechts van preventieven aard is n.l. om te voorkomen,
dat het toezicht op de begraafplaats minder goed zou
zijn.
De heer Meeuwenoord vraagt, of het niet mogelijk
is, om een omlijnd dienstrooster voor den doodgraver
vast te stellen, waarin ook zijn vervanging wordt ge-
regeld.
De \oorzitter antwoordt hierop, dat dit wel moge-
lijk zou zijn indien er op de begraafplaats meer per-
soneel aanwezig was. Het karakter van deze betrek-
king maakt nu eenmaal geen dienstrooster noodzake-
lijk.
De heer Meeuwenoord merkt op, dat de doodgraver
toch niet tevoren kan bepalen, dat er niemand op de
begraafplaats zal komen.
De \oorzilter antwoordt hierop, dat wanneer de
doodgraver eens weg wil, er een ander kan komen
om hem te vervangen.
De heer De TeLLo zegt, dat men wel de bedoeling
kan hebben om in den bestaanden toestand niets te
veranderen, doch practisch verandert men toch wel
iets. Men gaat toch een verplichting, die niet bestond,
vast leggen in een raadsbesluit. Men geeft zeer con-
creet aan, dat hij aanwezig moet zijn op bepaalde
uren. Spreker acht het niet juist, dat die menschen
zelf voor hun plaatsvervanger rnoeten zorgen. Volgens
artikel 14 van het Werkliedenreglement moet het Hoofd
van den Dienst een werkrooster vaststellen, maar dit
is voigens deze nieuwe regeling wets-technisch niet
mogeiijk en daarom is het noodzakelijk, dat de be-
staande toestand ook in den bestaanden vorm wordt
gehandhaafd. Ais men iets in een raadsbesluit wil
vastleggen, moet men zich daaraan houden en hoewel
spreker best gelooft, dat de Wethouder deze bepaling
zal blijven uitleggen, zooals tot heden het geval was,
kan het toch ook zijn, dat een ander zich strikt aan
de verplichting, die hier geschapen wordt, houdt en
dat zou zeker tot ernstige bezwaren bij de gemeente-
