55
26 October 1933.
TEWERKSTELLING VAN WERKLOOZEN.
Aan den Raad.
In de Vergadering van 28 September j.l. hebben wij
de toezegging gedaan, dat wij U over de vraag of aj
dan niet subsidie aan het Rijk voor de uitvoering van
werken in werkverschaffing zal worden aangevraagd,
nader zullen rapporteeren. Wij hebben ons daarom in
verbinding gesteld met den Minister van Sociale Zaken
voor het verkrijgen van de noodige gegevens. Totheden
mochten wij evenwel de verlangde inlichtingen niet
ontvangen, zoodat wij nog niet in de gelegenheid zijn
aan onze toezegging gevolg te geven.
Wij zijn echter van meening dat, in afwachting
daarvan, ten aanzien van de tewerkstelling van werk-
loozen, nadere maatregelen dienen te worden genomen.
Het zal U bekend zijn dat de gemeente op het
oogenblik slechts weinig werken in uitvoering heeft,
zoodat het aantal tewerkgestelde werldoozen zeer ge-
ring is. Gewerkt wordt nu gedurende één week in
ongeveer 8 9 weken. Werken van eenige beteeke-
nis, welke op uitvoering wachten, zijn niet meer aan-
wezig, zoodat binnen zeer korten tijd geen tewerk-
stelling meer zal kunnen plaats hebben.
Wij hebben meertnalen overwogen welke maatregelen
genomen zouden kunnen worden orn de werkloozen
zooveel mogelijk aan den arbeid te zetten. Naar onze
meening kan dat doel worden bereikt door de werk-
loozen arbeid te laten verrichten voor den steun, welken
zij van de gemeente ontvangen.
Wanneer op deze wijze wordt gehandeld is de
gemeente in staat werken te laten uitvoeren, welke
anders niet of in de eerste jaren niet tot stand zouden
kunnen worden gebracht.
Wij stellen ons voor, de werkloozen, voor zoover
er plaats is, gedurende twee halve weken achtereen
tewerk te stellen, te weten Donderdag, Vrijdag en
Zaterdag van de eene week en Maandag, Dinsdag en
Woensdag van de volgende week. Als loon voor elke
halve werkweek zal dan worden uitbetaald f 12.50,
overeenkomende met een bedrag van ongeveer f0.57|
per uur. Boven dat loon wordt aan de werkloozen
uitgekeerd een bedrag gelijk aan den steun, welken zij