21 November 1933
171
De heer Van der Erf merkt op dat de heer Disselkoen
heeft gesproken over 6 weken achtereen werken. A1 zou
dat werk op een andere manier gebeuren, dan ziet spre-
ker nog niet in, dat dit een verbetering brengt. Een
grooter aantal werkloozen loopt er dan zonder werk.
Spreker begrijpt ook niet, dat de heer Disselkoen kan
f gevoelen voor het voorstel van den heer Rijkes, want dat
voorstel houdt Ioondruk in. Volgens het voorstel van Bur-
gemeester en Wethouders zal het uurloon hooger zijn.
De werkloozen zullen per week f 1.50 meer ontvangen.
Bovendien brengt dit voorstel meer arbeid en de arbeider
werkt nu eenmaal liever dan dat hij steun trekt.
De heer Attema zegt, dat beide voorstellen iets goeds
bevatten, doch gezien de financieele uitkomsten kan hij
niet gevoelen voor het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
De heer Dr. Droog, Wethouder, merkt op, dat de heer
Rijkes met zijn voorstel heeft bedoeld, stelling te
nemen tegen de beunhazerij. Blijkbaar hebben Burge-
meester en Wethouders en de commissie voor de arbeicls-
bemiddeling hier ook iets voor gevoeld. In zooverre be-
staat er dus overeenstemming. De dagverdeeling, zegt
spreker, wil de heer Rijkes aan Burgemeester en Wet-
houders overlaten. Burgemeester en Wethouders hebben
j ook een dagverdeeling en uit dien hoofde is het inder-
daad een groot bezwaar om ineens een dubbel aantal
menschen aan het werk te zetten. Bovendien heeft men
hier met werkverschaffing te doen, men krijgt dus men-
schen, die ongeschoold zijn. Op de tweede plaats, zegt
spreker moet men rouleeren en op de derde plaats gaat
het niet over het gebruik van machineriën doch moet.men
menschen aan den arbeid zetten. Indien men bijv. zand
aanvoert met een bok.is dat ontzettend duur, als men het
zand aanvoert met auto's is dat veel voordeeliger. Zelfs
al betreft het gewoon werk en men krijgt een dubbel stel
arbeiders, dan geeft dit nog veel lasten. Ook de Directeur
van 0. W. ciie een zeer practisch man is, zegt, dat het
heel moeilijk is, oin plotseling een dubbele ploeg men-
schen aan het werk te zetten. Nu mag het wel een
beetje sterk zijn uitgedrukt, zegt spreker, dat er doof
die tweede ploeg niets wordt gepresteerd, maar dat er
weinig zal worden gepresteerd, is zeker waar. De heer
Disselkoen, vervolgt spreker, heeft gezegd, dat hij hec
Haagsche systeem verkeerd heeft voorgesteld. Het essen-
tieele van het Haagsche systeem en van het hier voor-
gestelde systeem is echter, dat men in plaats van steun
te trekken, werkt. Dat dit gedurende een beperkt aantal