21 November 1933
180
gemeentelijk financieel beleid er toch een aantal factoren
büjven, die elkeen als een moeilijkheid op zijn weg zou
vinden.
Zoo zou elk college van Burgemeester en Wethou-
ders in deze gemeente niet bij machte zijn de finan-
cieele en economische gevolgen eener crisisperiode te
veranderen of te verbeteren omdat in de openbare licha-
men wel de politieke invloed in het maatschappelijk
leven tot uiting gebracht kan worden, maar van eenige
leiding of beteekenenden invloed in economisch opzicht
nog slechts weinig sprake is. Deze invloed ligt in onze
huidige samenleving nog bij groepen menschen over
wier al of niet goeden invloed hier op het oogenblik niet
behoeft te worden gesproken, aangezien zij "zich buiten
de invloedssferen van dezen gemeenteraad en gemeente-
raden in het algemeen hebben gesteld.
Sprak spreker dus van waardeering voor de samen-
stellers dezer begrooting dan doet hij dit ook alweer
daarom omdat er tegenwoordig bevolkingsgroepen, ook
hier in Heemstede zijn, die meenen dat een college als
Burgemeester en Wethouders niet langer het finan-
cieel overheidsbeheer in handen moet worden gesteld,
doch van oordeel zijn dat één man, één kracht, en dan
nog wel brute kracht, de financieele moeilijkheden van
het oogenblik zou kunnen overwinnen. De Sociaal De-
mocraten zijn van oordeel dat slechts samenwerking van
krachten, zooals die in ons democratisch staatsstelsel
zijn uitgestippeld hier de oplossing kunnen brengen en
voor zoover het hen betreft zijn zij ten volle bereid hier-
aan mede te werken. Vastgesteld mag worden, dat in het
algemeen de besten der bevolkingsgroepen hun medewer-
king aan het gemeentelijk leven wijden, sedert tientallen
jaren en het is niet aan te nemen dat er nog supermen-
schen zouden rond Ioopen die tot dusver steeds in de
schaduw met hun enorme financieele capaciteiten zijn
gebleven, om ons in crisistijden opeens gelukkig te
maken met hun genie.
Wanneer echter de S. D. A. P. zich voorbehoudt om
soms van meening te verschillen met den financieelen
opzet der gemeentebegrooting van dit college, zooals dit
b.v. vorig jaar bij de belastingpolitiek sterk tot uiting
kwam, komt dit dus niet voort uit gebrek aan waar-
deering voor den arbeid van anderen, maar tracht zij met
haar critiek op te bouwen datgene wat zij als het ideaal
van financieel gemeentebeheer ziet. En als bewijs voor
een zeer goeden invloed die ook in dit opzicht in de
openbare lichamen tot uiting kan komen, haalt spreker