21 November 1933
189
zou komen te rusten bij menschen, die speciaal voor die
inrichting iets gevoelden en daarvoor belangeloos hun tijd
en werk wilden geven.
En aan wien zou men nu b.v. beter de leiding van de
afdeeling „Sport" kunnen toevertrouwen dan aan Jhr.
van de Poll, zelf een zeer sportief man?
Spreker wil zichzelf niet in de hoogte steken, maar
meent toch te kunnen opmerken dat hij voor de afdee-
ling „Hygiëne" een bijzondere voorliefde en belangstel-
ling heeft. Hij vreest dan ook verwatering van de belang-
stelling, indien combinatie plaats heeft, temeer waar
hygiëne en sport toch ook niet altijd samengaan!
L)e heer Van Unen geeft toe, dat aangaande de door
hem genoemde vier punten nog niets bekend is, doch
zou toch willen adviseeren om groote voorzichtigheid
te betrachten.
A1 acht ook de Wethouder het wegblijven van de be-
wuste circulaire normaal, en spreker zou zich daarover
verheugen, zou hij het toch wel aangenamer vinden
eenige meerdere zekerheid te verkrijgen, zoodat men niet
voor een verrassing komt te staan.
Men kan vertrouwen hebben en dat heeft spreker ook,
maar men dient zekerheid te hebben vôôr men bij de
begrooting de zaak gaat behandelen.
De „gasgeschiedenis" waarmee speciaa! bedoeld
werd het muntgas, komt nog wel te gelegener plaatse ter
sprake.
Spreker zegt verder uit het antwoord van Burgemees-
ter en Wethouders te hebben gehoord, dat dit college
niet voelt voor loonsverlaging, doch merkt op, dat hij
heeft gesproken van pensioenverhaal. Spreker acht het
niet in overeenstemming met een goed verantwoordelijk-
heidsgevoel noch in het belang van de gemeentelijke
autonomie, dat Burgemeester en Wethouders willen
wachten tot hen een „tip" van bovenaf bereikt.
Wanneer Jhr. van de Poll zegt: „De loonen zijn niet
zoo hoog" en de Dr./T „De loonen zijn hooger dan bij
particulieren", dan klopt dat niet en acht de heer Van
Unen het financieel beleid van Burgemeester en Wet-
houders op dit punt niet juist. De heer Van der Erf
vindt een winst op de bedrijven een indirecte belasting,
maar bij een normaal tarief kan spreker een dergelijke
winst geen indirecte belasting vinden.
Wat betreft de verdediging door den heer De Tello
van de salarissen en loonen in Heemstede, waarbij deze
betoogt, dat hier een veel grootere algemeene ontwikke-
ling wordt vereischt dan in een groote stad waar het
