21 November 1933
191
toogde strijdt met de belangen van de arbeiders, dit is
in werkelijkheid niet zoo. Het is een primair arbeiders-
belang en het zal de liefde voor den arbeid bevorderen,
wanneer goed georganiseerd wordt gewerkt.
Spreker zal gaarne t.z.t. van den Wethouder inlich-
tingen ontvangen.
De heer Attema zegt Wethouder Dr. Droog dank voor
de percentagegewijze uiteenzetting der bedrijfsonkosten
en zou willen adviseeren speciaal den post bureaukosten
onder de loupe te nemen.
De heer Jhr. van de Poll zegt, dat inderdaad bij ver-
gelijking van onze tarieven met die van andere gemeen-
ten in Noordholland, Heemstede toch een zeer gunstige
plaats inneemt.
Tevens zou spreker aan Dr. Droog in overweging
willen geven het advies van den heer De Tello in gedach-
ten te nemen en niet absoluut te verwerpen. Bij het
sportpark werd b.v. op aanwijzing van een der bestuurs-
ieden zand gebruikt van de zwemvijvers, wat werkelijk
goedkoop was.
Verder meent spreker, dat de heer Van Unen waar-
schijnlijk het eene lid der financieele commissie is
geweest, dat duidde op loon- en salarisherziening, dus
niet op pensioenverhaal.
Hierop antwoordt de heer Van Unen dat bij de uit-
werking meer speciaal gedacht werd aan pensioenver-
haal.
De heer Jhr. van de Poll zou misschien wel met dê
meening van den heer Van Unen kunnen meegaan,
indien werkelijk belangrijke gebeurtenissen dit noodza-
kelijk maakten. Zelfs dän waren er misschien nog wel
lichtpunten te vinden.
Nu echter acht spreker het niet noodzakelijk en
daarom zou hij willen wachten.
De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt den heer
De Tello dat hij het eens kan zijn met de opvatting van
Wethouder Jhr. van de Poll voor zoover het betreft de
meerdere samenwerking tusschen de diverse sportbedrij-
ven; bestuursconcentratie wenscht spreker echter niet.
Hierna worden de algemeene beschouwingen gesloten
en dient de heer Van Unen een door Mevr. Venhuizen
en den heer Rijkes ondersteunde motie in van den vol-
genden inhoud:
„De Raad, van oordeel, dat de salarieering van het
Gemeente-personeel, gezien die in het particuliere bedrijf
zoowel als die in andere Gemeenten, niet van dien aard
is, dat daaruit niet door het personcel de premie voor