21 November 1933
199
Voorwaar, zegt spreker, een zeer belangrijk voordeel
voor de verbruikers van muntgas. Waarom moet het
muntgas nu 1 ct. per M3. hooger zijn? Spreker heeft hier
een gedetailleerde opgave van den Directeur, tot in cen-
ten nauwkeurig en de Directeur geeft z.i. daarop een vol-
doend en tevens een afdoend antwoord.
Uit dien éénen cent moeten betaald worden de rente en
aflossing en het onderhoud van:
1. de muntgasmeter, 2. de buitenleiding, 3 de binnen-
leiding, 4. de gascomforen, branders enz.
En nu rijst de vraag: „Is die ééne cent nu wel vol-
doende"? De Directeur schrijft daaromtrent, wat in
1930 (1931 en 1932 geven zeker eenzelfde beeld,) dat is
uitgegeven aan:
rente, aflossing en onderhoud 8434.91
geleverd zijn 577203 M3. gas of per M3.
beteekent dit 1.46 cent
daarbij komen nog de administratiekosten
en het incassoloon groot 1705 of per M3. 0.29 cent
Totaal dus per M3 1 cent
Er wordt dus al toegegeven ct. p. M3. 4329.
Men wenscht nu 1 cent prijsverlaging 5772.
Totaal 10101,—
Daarbij komt nu nog, dat de muntgasverbruikers ook
geen meterhuur betalen, hetgeen ook een bedrag betee-
kent van (zie jaarverslag 1932):
907 stuks 3-lichts 20 cent per maand 2176.—
375 stuks 5-lichts 25 cent per maand 1125.
2 stuks 10-lichts 40 cent per maand 9.60
Totaal 3310.60
is y2 cent per M3.
Dit bedrag betalen dus de muntgasverbruikers ook
niet. Om de beteekenis van dit laatste bedrag, ten op-
zichte van de meterhuurbetaling der gewone gasverbrui-
kers te kunnen nagaan, verwijst spreker naar het meer-
genoemde jaarverslag 1932, blz. 23.
Aan meterhuur ontvangen 13244.70
Eventueele muntgasmeterhuur 3310.60
Totaal 16555.30
of 21 aan meterhuur wordt den muntgasverbruiker
geschonken.
Dit alles beteekent dus een zeer belangrijk voordeel
voor de muntgasverbruikers en bij aanneming van het