21 November 1933
203
kostprijs werd geleverdj dan zou het iets anders zijn. De
Directeur heeft hem echter gezegd „we verdienen nog
iets op het muntgas," en daarom voelt spreker niet voor
dat voorstel van den heer Van Unen.
De heer Rijkes zegt, dat het hem alleen te doen is, om
die 53 gebruikers eenigszins tegemoet te komen. Zijn
betoog ging niet alleen tegen de gebruikers van het
muntgas. De gebruikers van het gewone gas kan men
toch waarlijk ook niet allen tot de millionnairs rekenen.
Ook gelooft spreker niet zoozeer aan de petroleum con-
currentie, iedereen bezuinigt momenteel.
De heer Audretsch zegt na hetgeen de Voorzitter hier
heeft medegedeeld, op zijn voorstel niet nader te zullen
ingaan.
De heer Van Unen merkt op, dat wanneer de Voor-
zitter gelijk heeft, spreker niet meer kan rekenen. De
Directeur zegt, dat 2cent wordt toegegeven, terwijl
de Voorzitter zegt, dat die ééne cent verlaging geen
toegift is.
De Voorzitter merkt op, dat op bladzijde 19 van het
jaarverslag staat dat de fabricagekosten van het gas per
M3. 6.781 cent bedragen. Voegt men daarbij die 2i/4'
cent, dan komt men op 9.031 cent, waaruit blijkt dat op
het muntgas nog winst wordt gemaakt.
Na eenige discussie wordt in stemming gebracht het
voorstel om het muntgas met 1 cent per Ms. te verlagen.
Dit voorstel wordt aangenomen met 103 stemmen.
Vôör het voorstel stemden de heeren Van der Erf, Van
der Linden, Jonckbloedt, Meeuwenoord, Van Lent, Atte-
ma, Disselkoen, Audretsch en de Wethouders Jhr. van
de Poll en Dr. Droog. Tegen het voorstel stemden Me-
vrouw Venhuizen en de heeren Rijkes en Van Unen.
De Voorzitter brengt thans in stemming het voorstel
van den heer Van Unen om het prijsverschil tusschen
gas geleverd over den muntmeter en dat geleverd over
den gewonen meter, zijnde 0.01 per M3., apart te ad-
ministreeren en Burgemeester en Wethouders uit te noo-
digen hiervoor een post i.v de gemeente-begrooting op
te nemen. Dit voorstel wordt verworpen met 5 tegen 9
stemmen.
Voor dit voorstel stemden de heeren Attema, Audretsch,
Rijkes, Van Unen en Mevr. Venhuizen.
Tegen dit voorstel stemden de heeren Van der Erf,
Van der Linden, Jonckbloedt, Meeuwenoord, Van Lent,
de Tello, Disselkoen en de beide wethouders Jhr. van
de Poll en Dr. Droog.