21 November 1933'
212
ren der Rijks-inkomstenbelasting; de aansragen uitschrij-
ven over de 4-maandelijksche köhieren van 11 scholen;
de recognities uitschrijven van pl.m. 3000 aanslagen iu
de rioolbelasting; de aanslagen uitschrijven voor honden-
belasting; idem van de openbare vermakelijkheden met
uitschrijven en afstempelen van kaarten en eindelijk, zoo
noodig, den gemeente-ontvanger vervangen bij ontsten-
tenis. Het is duidelijk, aldus spreker, dat alleen een zeer
kundig en door en door vertrouwd ambtenaar in aan-
merking zal kunnen komen, die door jarenlange praktijk
zulk werk volkomen beheerscht.
De heer Van Unen zegt dat het debat een richting uit-
gaat die hij niet wil. Spreker zegt dat wanneer men den
vorigen spreker hoort, men tot de conclusie zou komen
dat een salaris van /6000.voor dezen ambtenaar niet
te veel is, daar blijkt dat hij vrijwel alles doet, en vraagt
zich af waar de heer Westra dan nog voor noodig is.
Spreker vraagt zich echter toch af, waar de gemeentc
een volledige Ontvanger in dienst heeft, of daar nu nog
een volledige bij moet. Spreker is echter tevreden met
het door Burgemeester en Wethouders aan de Finan-
cieele Commissie gegeven antwoord. Wel is spreker uit
andere posten opgevallen dat het aantal pensioengerech-
tigde werklieden 90 en dat der ambtenaren 76 bedraagt
en heeft 't gevoel dat dit geen juiste verhouding is.
Ook de heer De Tello heeft gevraagd dit eens te be-
kijken, doch Burgemeester en Wethouders vonden dit
niet noodig.
Volgno. 207. Verlichting en verwarming.
De heer Van Unen zegt dat dit een post is waarin de
algemeene bedrijfsonkosten van Openbare Werken zijn
verwerkt. 't Moet hem van 't hart dat als een partij reke-
ningen via Openbare Werken gaat, de onkosten die
daarop komen te hoog zijn. Spreker zal bij de verdere
behandeling van de begrooting nreerdere posten aanwij-
zen waarin dit euvel voorkomt.
De Voorzitter meent dat wanneer zulks eenmaal is
aangetoond dit toch wel voldoende is.
De heer jhr. van der Poil, Wethouder, zegt toe, de
opmerking van den heer van Unen nog eens ernstig te
zullen bekijken.
De heer Dr. Droog, Wethouder, merkt op, dat de heer
Van Unen gezegd heeft dat de algemeene onkosten duur
zijn, waarin spreker den heer Van Unen gelijk moet
geven. Dit komt hoofdzakelijk doordat daarop de pen-
sioenlasten drukken. Werden deze verhaald dan zouden
de algemeene onkosten goedkooper zijn. Spreker heeff