2î November 1933
214
gaderingen den heer De Tello toegezegd te hebben op
dit onderwerp terug te zullen komen. Spreker heeft met
belangstelling van het door Burgemeester en Wethouders,
overgelegde lijstje van gevoerde gesprekken kennis ge-
nomen en juicht de door Burgemeester en Wethouders
ingevoerde beperking van vergoeding voor gesprekken
toe. Het is spreker opgevallen dat de wethouders geen
telefoon met de daaraan verbonden kosten vergoed krij-
gen. Zij vallen zoodoende buiten een voorrecht hetwelk
verschillende ambtenaren wel hebben, terwijl zij toch ook
ten nauwste bij de gemeentelijke huishouding zijn be-
trokken. Het salaris der wethouders is bovendien nief
zoo hoog dat verlangd kan worden dat alle aan het ambt
verbonden kosten door de functionnarissen zelf worden
betaald. Spreker stelt dan ook voor dezen post met
f 130,— te verhoogen.
Dit voorstel wordt ondersteund door de heercn Jonck-
bloedt en Van Lent.
De heer Jlir. van de Poll, Wethouder, vindt het ge-
maakte gebaar wel sympathiek, maar acht het in dezen
tijd niet gewenscht daar nu toe over te gaan.
De heer Disselkoen heeft met verbazing kennis geno-
men van de bedoeling van het College om de gesprekker.-
vergoeding van de ambtenaren op f 15.te limiteeren.
Het komt hem voor dat dit voorstel al heel onpractisdh
is. Uit de cijfers, die korten tijd geleden, t.a.v. de tele-
foonkosten zijn overgelegd, is zeer duidelijk gebleken,
dat géén der ambtenaren van zijn aansluiting misbruik
maakt voor particuliere gesprekken. Waarom Burge-
meester en Wethouders dan nu ook plotseling het roer
omgooien, is spreker onbegrijpelijk. Begrijpelijk zou het
alleen zijn, als Burgemeester en Wethouders altijd ieder
raadslid op zijn wenken bedienden. Maar spreker herin-
nert zich nog goed het fiere woord van den heer Droog,
dat hij niet opgejaagd wilde worden en er niet aan
dacht te werken onder het geknal van een roode zweep.
Zooals gezegd, aldus spreker, dat was een fier antwoord,
maar in komische tegenspraak daarmede is de kennelijke
angst voor de zweep van den heer Meeuwenoord, die nu
trotsch kan zeggen: ik kwam, ik sputterde en ik wercî
gehoorzaamd. Nu zou spreker het College en den heer
Meeuwenoord dit gezamenlijk pleziertje nog wel gun-
nen, als het maar niet zoo onpractisch was. In plaats
van bezuiniging gaat deze regeling de gemeente nood-
wendig geld kosten. Wanneer een opzichter een klacht
of een boodschap moet doorgeven, en hij moet dat per-
soonlijk op deze wijze betalen, dan zal het riog al eens