21 November T933 216
De heer Disselkoen zegt dat de heeren de zaak ver-
schillencj^ aanvoelen. De door enkele leden aangevoerde'
argumenten pleiten meer vôör dan tegen zijn voorstel
Zoo sprak de wethouder van één geval waar een paar
kwartjes boven het limiet werd gegaan. Spreker blijft
het dan ook een juister beginsel achten als de ambte-
naar zijn gesprekken niet zelf betaalt.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt dat hij zich
zooeven vergist heeft. Er zijn er ettelijke die wel degelijk
hooger koinen dan het gestelde limiet.
De heer Disselkoen zegt dat het abuis van den wet-
houder aan zijn betoog niets afdoet. Voor spreker blijft
het feit bestaan dat van misbruik geen sprake is. De
telefoonkosten der ambtenaren behooren voor rekening
van de gemeente te komen. Doet men dat niet dan schept
men een zekere ongelijkheid tusschen de ambtenaren.
Spreker merkt voorts op dat de heer Meeuwenoord de
telefoonaansluitingen van de ambtenaren en van de com-
missieleden door elkaar haalt. Het gaat nu alleen over
de ambtenaren. Het door den heer Meeuwenoord ge-
noemde geval gaat toch zeker niet over een lid van een
raadscommissie. De vraag is hier enkel of de Raad een
onjuist beginsel zal aanvaarden.
De Voorzitter zegt in stemming te brengen het voor-
stel van den heer Meeuwenoord om den wethouders een
bijdrage te geven in de kosten van telefoonaansluiting.
De "heer Rijkes vraagt hoe Wethouder Dr. Droog
daar over denkt.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt daarover liever
niet te spreken.
De Voorzitter zegt dat we hier de kwestie hebben of
de wethouders telefoon krijgen. Hun maatschappelijke
positie moet hier buiten geding worden gelaten. Vandaag
heeft men dezen, morgen dien Wethouder, Hef gaat dus
niet aan om te vragen of de Wethouders dit willen hoog-
stens kunnen deze zeggen dat zij deze bijdrage niet
toucheeren.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt de zaak in
het algemeen te zullen bekijken. In een vorige raadsver-
gadering is de telefoonkwestie reeds behandeld en spre-
ker raadt aan, den wethouders nu geen bijdrage in tele-
foonkosten te geven. Bovendien kunnen zij van de tele-
foon in het raadhuis gebruik maken en konrt het hem
daarom niet gewenscht voor dezen post thans te ver-
hoogen.
Het voorstel van den heer Meeuwenoord in stemming
gebracht, wordt verworpen met 6 tegen 7 stemmen.