21 Novetnber 1933 218 gaarne zien, dat den Raad ten spoedigste een verorde- ning werd voorgelegd, waarbij de parkeergelegenheid werd geregeld. De Voorzitter antwoordt hierop, dat de politieverorde- nîng reeds voldoende bevoegdheid geeft tot het uitvaar- digen van een parkeerverbod. De heer De Tello merkt op, dat dit niet voldoende is. Spreker zegt, dat indien een proces-verbaal wordt opge- maakt op grond van de algemeene politieverordening, zal blijken, dat dit verbod geen rechtskracht heeft. Men heeft hiervoor de laatste jurisprudentie maar te raadplegen. Ingevolge de voorschriften van de Motor- en Rijwielwet is de Raad het College, dat een parkeerverordening moet vaststellen. Spreker zou de Voorzitter willen uit- noodigen om de proef op de som maar eens te nemen. De Voorzitter zal niet ontkennen. dat het verkeerd is, dat buiten het daarvoor aangewezen terrein zooveel geparkeerd wordt. Spreker is echter wel van meening, dat de heer de Tello zich vergist met hetgeen in de Motor- en Rijwielwet staat omschreven voor het afsluiten van wegen. Het uitvaardigen van een parkeerverbod behoort tot de competentie van Burgemeester en Wethouders. De heer Van Unen informeert nog, of hij goed begreptn heeft, dat er een nieuwe salarisverordening komt voor het politiepersoneel. De Voorzitter antwoordt hierop bevestigend doch voegt hieraan toe, dat deze verordening niet zal gelden voor het tegenwoordige docht voor het toekomstige personeel. De heer Van Unen vraagt aan den Voorzitter of hij het nu prettig vindt, dat die nieuwe verordening moet komen en of hij nu ook wacht op de boodschap, dat ook voor het tegenwoordige personeel een nieuwe regeling moet worden vastgesteld. DeVoorzitter antwoordt hierop, dat de nieuwe gemeen- tewet voorschrijft, dat ook de aanstelling van nieuwe agenten slechts met goedkeuring van de Kroon kan ge- schieden. De gewijzigde verordening, zegt spreker, zal in de vol- gende Raadsvergadering ter vaststelling worden aange- boden. De heer Van Lent merkt op, dat het toch niet de be- doeling zal zijn, om in alle straten rond het sportpark een doorloopend parkeerverbod uit te vaardigen. De Voorzitter antwoordt hierop ontkennend. Er is in- middels zegt spreker reeds een parkeerverbod voor den Zaterdag en den Zondag uitgevaardigd voor de Sport- parklaap en de Meer- en Boschlaan. Dit volgnr. wordt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1933 | | pagina 60