21 November 1933 164 practisch trachten op te lossen. Kunnen ze dat niet, zien ze daar geen kans toe, welnu, zegt spreker, laat het College dan eens advies vragen aan de Commissie van Openbare Werken. Op die wijze kan dan door die Commissie meer actief worden opgetreden, hetgeen hij in de gegeven omstandigheden inderdaad niet erg zou vinden. De tijden zijn helaas nog van dien aard, dat men wel eens moet passen en meten om tot een behoor- lijke oplossing te komen. Spreker wil in dat gevd toegeven, dat het voor de betreffende ambtenaren wel eens lastig kan zijn, maar dat nemen we dan maar op den koop toe, tenzij Burgemeester en Wethouders in allen ernst willen beweren, dat in dat geval het corps ambtenaren te klein is. Dan hebben wij dat eenvoudig onder de oogen te zien en moet dat dan maar eens worden uitgezocht. Ook dat vindt spreker niet erg. Hetgeen spreker in het praeadvies buitengewoon on- aangenaam getroffen heeft, is de zinsnede „de gele- verde arbeid bij lret laatste voorstel is niet hooger dan bij de aanvaarding van ons voorstel", of nog duidelij- ker gezegd de geleverde arbeid bij het voorstel Rijkes is niet hooger dan bij de aanvaarding van het voorstel van Burgemeester tn Wethouders". Deze uitspraak, zegt spreker, is inderdaad voor de betrokken werkloozen, op zijn zachtsT uitgedrukt, niet vleiend. Spreker zal aantoonen, dat deze zienswijze van Burgemeester en Wethouders ten eenen male on- juist is. Bij het voorstel van Burgemeester en Wet- houders worden er 43i uren gewerkt en bij het voor- stel Rijkes 55 uren. Volgens Burgemeester en Wethou- ders is dus de geleverde arbeid door de werkloozen in 431 uren beslist niet hooger dan in 55 uren. Burge- meester en Wethouders spreken in het praeadvies van 100 werkloozenspreker zal dat voorbeeld eveneens nemen. Volgens het voorstel Rijkes werken deze werkloozen dus 100 X 55 uren 5500 uren en volgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders 100 X 431 uren 4350 uren. Een verschil dus van 1150 uren. Volgens Burgemeester en Wethouder^ doen nu de werkloozen in al die 1150 uren niets, voeren zij geen slag uit en staan zij aan den kant te kijken. Spreker onderschrijft deze zienswijze van Burgemeester en Wethouders in geen enkel opzicht. Verder zeggen Burgemeester en Wethouders in hun advies, dat de financieele gevolgen van spreker's

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1933 | | pagina 6