22 Februari 1934.
4
hetzij een rang bekleeden, hetzij het bewijs van voor-
geoefendheid hebben verworven.
Artikel 25f.
Op den werkman, die in tijdelijken dienst is aan-
gesteld, zijn de bepaüngen, vervat in de artikelen 25c,
25d en 25e, slechts van toepassing tot en met den
dag, waarop de burgerlijke betrekking zou zijn beëin-
digd, indien hij daaraan niet door den militairen dienst
zou zijn onttrckken.
VI. Artikel 25g, le lid. In plaats van „de loonen
bedoeld onder 1 en 2 van dit artikel" te lezen „de
vergoedingen bedoeld in de artikelen 25c, 25d, 25e en
25f Het woord „bovenbedoeIden" wordt vervangen
door „den".
VII. Na artikel 36a in te voegen de artikelen 36b,
36c, 36d en 36e, luidende als volgt
Artikel 36b.
1. Aan den werkman kan eervol ontslag worden
verleend op grcnd van revoluticnnaire gezindheid.
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid,
kan voorts eervol ontslag worden verleend aan den
werknran, die Iid is van eene vereeniging, waarvan
de Voorzitter van den Raad van Ministcrs, ingevolge
artikel 97b van het Algemeene Rijksambtenarenregle-
ment verklaard heeft, dat zij om de doeleinden, die zij
nastreeft, of de nriddelen, die zij aanwendt, ten aan-
zien van den ambtenaar in 's Rijks dienst de behoor-
lijke vervulling van zijn plicht a!s ainbtenaar kan in
gevaar brengen of schaden, of die op eenigerlei wijzc
medewerking of steun verleent aan een zoodan'ge
vereeniging of aan van haar uitgaande actie.
Artikel 36c.
1. De werkvrouw. die in het huwelijk treedt,
wordt met ingang van den dag van haar huweli.k
ontslagen.
2. De in het eerste lid gestelde regeling lijdt uit-
zondering
a. wanneer de betrokkene den 45-jarigen leeftijd
heeft vervuld