26 April 1934.
76
de standplaatsen voor den verkoop van ijs, die dit
jaar voor een standplaats o.a. aan de Molenbrng
f 576.bedroeg. Als men nu ziet, dat om zuik een
duur gekochte standpiaats wel 10 venters rondzwer-
ven, dan eens naar links, dan weer naar rechts, dan
vooruit, dan achteruit rijdende, is dat toch minstens
een zeer onaangename concurrentie voor zulk een
pachter te noemen. Met den heer De Teilo zegt spre-
ker, dat het tot de uitzonderingen zal behooren, indien
Burgemeester en Wethouders in afwijking van dit
artikel ontheffing zullen verleenen, maar, ieder geval
zal op zich zelf worden bekeken. Bij voorbaat mag
niet ieder niet-ingezetene worden uitgesioten. Zoo
zijn er wel eens artikelen, die hier niet worden ver-
kocht. Het gaat er om, dat Burgemeester en Wethou-
ders de zaak in handen wilien houden. De middenstand
wordt hiernrede eerder beschermd, dan dat er geen
aandacht aan wordt geschonken, De redactie van het
tweede lid van dit artikel zou nog eens nader kunnen
worden bekeken, zegt spreker.
De heer Van der Erf merkt op, dat het verkoopen
van sterken drank op den openbaren weg toch reeds
bij de Drankwet is geregeld.
De ï/oorzitter zegt, dat dit volkomen juist is, doch
hier gaat het, om het bij zich hebben van sterken
drank.
De heer Van Lent merkt op, dat de bezwaren van
den heer De Tello ten aanzien van het treffen van
de eigen winkeliers toch volkomen ondervangen kan
worden, door het verleenen van een vergunning.
Eveneens is dit het geval met de werkloozen. Nu ziet
men echter werkloozen uit andere gemeenten hier
venten. Het is daarom juister dat een vergunning wordt
aangevraagd, dan kunnen alle omstandigheden onder-
zocht worden. De winkeliers zitten hier dikwijls op
veel hoogere lasten, dan de menschen die komen
venten en daarom stelt spreker voor, artikel 67 te
wijzigen, zooals de heer Rijkes adviseerde.
De Voorzitter zegt, dat dit veel te ver gaat. Artikel
67 had bovendien de strekking niet, die men er nu
aan wil geven. Dit artikel bedoelt n.I. om de ver-
momde bedelarij tegen te gaan.
De heer Van Lent stelt dan voor om artikel 67 als
volgt te wijzigen „Het is verboden zonder schrifte'ijke
vergunning van Burgemeester en Wethouders met
voorwerpen of waren van welken aard ook langs de
huizen of in lokaliteiten, voor het publiek toegankelijk,