26 April 1934.
78
vergadering een opgave ontvangen van de bezetting
van de klassen der Openbare Scholen.
De Voorzitter zegt, dat daartegen geen bezwaren
bestaan.
T.b.c.-besmctting op de scholen.
Mevrouw Venhuizen zegt, dat ten tweede male het
land is opgeschrikt door een geval van t.b.c.-besmetting
op een school, ditmaal in Emmer-Compascuum. In dit
verband brengt spreekster in herinnering, dat zij de
vorige keer heeft aangedrongen op een geneeskundig
onderzoek van het onderwijzend personeel. Intusschen
is dit wet geworden, althans in zooverre, dat bepaaid
is, dat om aan een inrichting van onderwijs in vasten
dienst te kunnen worden benoemd, het bezit wordt
vereischt van een verklaring, dat de betrokkene niet
lijdende is aan open tuberculose. Binnen welken tijd,
vraagt spreekster, kan hier in Heemstede opditgebied
iets verwacht worden, teneinde zoo iets angstigs en
onrustbarends te voorkomen als nu op twee plaatsen
elders is gebeurd. Wat is op dit terrein sinds de vorige
maal gebeurd, vraagt spreekster.
De heer Dr. DroogWethouder, deelt mede, dat hij
de schoolartsen in conferentie bij elkaar heeft geroe-
pen en hen er uitdrukkelijk op heeft gewezen, dat zij
bij hun controle in de schoollokalen ook moeten letten
op het onderwijzend personeel. Nadien heeft spreker
van die schoolartsen geen mededeelingen ontvangen
over afwijkingen, die zij bij het onderwijzend perso-
neel hebben ontdekt. Voorts vraagt spreker of het in
Emmer-Compascuum nu al is gebleken, dat die besmet-
ting daar inderdaad op school is opgedaan. Men moet
werkelijk met die berichten over „besmetting op
school" heel voorzichtig zijn. Het komt dikwijls voor.
dat men besmet is, doch daar blijft het dikwijls ook
bij. Van de volwassenen is wel 75 pCt. besmet en
vertoont de z.g. Pirquet's reactie. Misschien zijn in
iedere school wel kinderen aanwezig, die t.b.c. heb-
bnn, doch die t.b.c. verspreiden is iets anders, daar-
voor is noodig open tuberculose. Veel meer kans is
er, dat een onderwijzer de t.b.c. verspreidt, omdat bij
volwassenen meer open tuberculose voorkomt.
Mevrouw Venhuizen merkt op, dat 40 of 50 kinde-
ren op die school zijn aangetast en verschillende
naar een sanatorium zouden worden gestuurd. AI is
er maar één kind op een school, die de ziekte ver-