31 Mei 1934.
103
44. Crediet voorbereidende werkzaamheden riooL-
gemaal en zuiveringünrichting.
De Voorzitter deelt mede, dat de Commissie voor
Openbare Werken zich met dit voorstel kan vereeni-
gen.
De heer Disselkoen kan zich met dit voorstel ver-
eenigen. Hij meent zich echter te herinneren, dat deze
zaak al eens eerder aan de orde is geweest en dat er
al reeds teekeningen gemaakt zijn.
De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt hierop,
dat de heer Disselkoen het groote plan op het oog
heeft, samengesteld door Van Hasselt en De Koning.
Hier gaat het meer over de zuiveringsinstallatie, die
door Rijnland wordt voorgeschreven.
De heer Van Unen vraagt, of het niet mogelijk is,
dat de gemeente, zooals tot nu toe het geval is, blijft
loozen in de haven.
De heer DrDroog, Wethouder, antwoordt hierop,
dat dit op den duur niet mogelijk is. Er komen hoe
langer hoe meer rioolaansluitingen en hoewel de ver-
vuiling nu nog niet zoo erg is, zou men toch op den
duur een stinkend Heemsteedsch kanaal krijgen. Dit
neemt niet weg, zegt spreker, dat, indien in dezen
tijd niet naar werk behoefde te worden gezocht, met
dit project nog wel een paar jaar kon worden ge-
wacht.
De heer Van Unen heeft er bezwaar tegen, dat door
het aannemen van dit voorstel iets geschiedt, waarvan
de consequenties niet geheel overzien kunnen worden.
Uit de beschikbaarstelling van dit crediet volgt, dat
er straks een groote installatie noodig is en dat Bur-
gemeester en Wethouders dan aan den Raad zeggen
„slik nu ook dit maar". Spreker meent, dat de Raad
dan wtl wat uitvoeriger over deze geheele zaak had
dienen te worden ingelicht, teneinde precies op de
hoogte te zijn waar men eigenlijk aan toe is.
De heer Dr. Droog, Wethouder, merkt op, datalles
in het werk is gesteld om van het maken van deze
zuiverings-installatie af te komen. Dit is evenwel niet
gelukt. Een jaar geleden is uitvoerig over deze instal-
'atie gesproken, zoodat niet gezegd kan worden, dat
men deze zaak niet kan overzien. Indien men bezwaar
heeft tegen deze installatie, moet men nu „ho" zeggen.
De heer Rijkes zegt, dat dit voorstei door de Com-
missie van Openbare Werken uitvoerig is besproken