31 Mei 1934.
111
Meeuwenoord zijn toevlucht neemt tot het aanvra°-en
van een spoedeischende vergadering.
De heer Dr. DroogWethouder. zegt, dat hier
geenszins sprake is van formalisme.
De heer Van der Erf begrijpt, dat het moeilijk is,
om nu een bindend besluit te nemen. Is het echter
niet mogelijk, om de tijdelijke korting te schorsen
vraagt spreker.
De heer De Tello dient vervolgens de navolgende
motie in
„De Raad, van oordeel, dat bijeenkomst van
het Georganiseerd Overleg inzake de nieuwe
wettelijk verplichte korting wenschelijk is, noo-
digt Burgemeester en Wethouders uit tot bijeen-
roeping".
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat hij deze
motie naast zich neer zal leggen.
De heer Van der Linden merkt op, dat men met
deze motie ook niets bereikt. Spreker is echter ook
van meening, dat er wel degelijk verband bestaat
tusschen de tijdelijke korting van 6 pCt. en de per
1 Juli a.s. ingaande verplichte korting van 10 pCt.
Overigens kon er toch niets geen bezwaar tegen be-
staan, om nu uit te nraken, dat de Commissie voor
het Georganiseerd Overleg over deze zaak zal worden
gehoord.
De heer Jhr. van de PoLl, Wethouder, acht het
raadzaam, dat eerst de voorstellen, die van hoogerhand
mzake de saiarissen van de politie zijn gekomen
rustig worden bestudeerd.
De Voorzitter is ook van meening, dat er wel de-
geüjk verband moet bestaan tusschen de korting, die
aan de eene en aan de andere categorie van het
gemeente-personeel moet worden opgelegd. Spreker
is van meening, dat de tractementen voor de politie,
tengevolge van de wenschen van den Minister, aan-
zienlijk te laag zullen worden. Spreker is bezig, daarin
verandering te brengen en zou wel willen aanraden
de resullaten daarvan af te wachten.
De heer Van Unen brengt nog in herinnering, dat
er ook een ministriëele circulaire is, waarin wordt
aangedrongen om de ambtenaren-salarissen te doen
aanpassen en in overeenstemming brengen met de
salarissen voor het Rijkspersoneel.