31 Mei 1934.
85
De heer Van der Erf kan zich met de meening
van den heer Disselkoen vereenigen. Spreker heeft
zich over den gang van zaken wel verwonderd, om-
dat het betreffende raadsbesluit niet gelieel is gehand-
haafd. Ook spreker is bereid, zich van een verdere
bespreking te onthouden, indien de zaak eerst in de
Commissie wordt behandeld.
De heer Dr. DroogWethouder, zegt, bereid te
zijn, om het advies van die Commissie alsnog in te
winnen, indien de Raad daar prijs op stelt.
De heer /hr. van de PollWethouder, merkt nog
op, dat de heer Disselkoen het laat voorkomen, alsof
dit adres een wijziging tengevolge heeft gehad in het
standpunt van Burgemeester en Wethouders, doch dat
is niet waar. Het College heeft de getroffen maatregel
al gedeeltelijk teruggenomen, vöôrdat het adres was
binnengekomen.
De heer Disselkoen zegt, dat dit laatste volkomen
juist is. In het adres zelf is dit gememoreerd. Spreker
heeft alleen beweerd, dat het voor Burgemeester en
Wethouders prettig is, dat de Centrale Bond zich met
deze zaak heeft bemoeid. Overigens lijkt het spreker
overbodig om er nu nog verder op in te gaan.
Zonder hoofdelijke stemming kan de Vergadering er
zich mede vereenigen, om dit adres om advies in
handen te stellen van de Commissie van Toezicht op
het Agentschap der Arbeidsbemiddeling.
erzekering tegen verschillende risico's.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in
de gedrukte stukken onder volgno.
36. Verzekering tegen verschillende risico's.
De heer Rijkes merkt op, dat in het voorstel staat
dat een soortgelijke verzekering als de bestaande tegen
een aanzienlijk lagere premie kan worden gesloten. In
dit verband vraagt spreker hoe groot het premiebedrag
dan zal zijn.
De heer Attema vraagt, waarin het verschil van het
preiniebedrag is gelegen. Worden de tusschenpersonen
misschien uitgesloten, vraagt spreker. Zoo ja, dan
acht spreker dit een benadeeling van den midden-
stand.