31 Mei 1934. 88 dat in Heemstede 23 groente- en frnithandelaren zijn? Spreker kan zich dan ook volkomen vereenigen met het adres der middenstandsvereenigingen. Hierbij wil hij nog eens uitdrukkelijk opmerken, niet gevraagd te hebben naar een algemeen ventverbod, doch naar een beperking van het venten, in dien zin, dat daarvoor een vergunning noodig is van Burgemeester en Wet- houders. Zijn voorstel was bovendien zoo ruim moge- lijk, omdat hij gelieel aan Burgemeester en Wethouders wiide overlaten, hoe dit verder te regelen. De heer Aitema wijst op het groote gevaar, dat de ingezetenen bij aanvaarding van dit voorstel bedreigt, indien n.l. andere gemeenten ook een dergelijke maat- regel gingen treffen. De lieer Jonckbloedt is het eens met den lieer Van f ent, dat uit het prae-advies blijkt, alsof bij aanvaar- ding van het voorstel, in Heemstede niet meer gevent zou mogen worden. Burgemeester en Wethouders zullen dan echter alle vrijheid bezitten om vergunnin- gen al dan n et te verleenen. Er wordt dus alleen voorgesteld, om het venten te regelen. Wat de moei- lijkheden, aan de uitvoering van deze verordening verbonden, betreft. zegt spreker, dat men vergunningen voor eenigen tijd zou kunnen verleenen en in spoed- gevallen deze aan het politiebureau verkrijgbaar zou kunnen stelien. De heer Van der Erf merkt op, dat verschiliende winkeliers hoofdzakelijk bezwaar hebben tegen de wijze en tegen de uren waarop gevent wordt. Zoo gebeurt het bijv. dat de venters dikwijls een geheele straat of wijk al hebben afgewerkt, voordat de groente- boer er geweest is. De heele wijk is dan al volgestopt met schijnbaar goedkoope waar. Het voordeel is dik- wijls ficfief, want naderhand blijkt dan, dat de groen- feboer zijn waren voor dezelfde prijzen verkoopt. Dit bezwaar zou ondervangen kunnen worden door te bepalen, dat niet vôôr en niet nâ een bepaald uur ge- vent mag worden. De heer Audretsch heeft deze aangelegenheid in de vorige vergadering aan Burgemeester en Wethouders willen overlaten. Nu het College echter zelf erkent, dat technische bezwaren wel grootendeels overwonnen kunnen worden, vraagt spreker zich af, welke redenen er eigenlijk nog overblijven om het voorstel van den heer Van Lent niet te aanvaarden. Spreker noemt de bezwaren van adressanten toch niet zoo onredelijk. Overigens kan hij zich ook heel goed vereenigen met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 9