31 Januari 1935
11
wielrijders dikwijls in rijen van 5 of 7 over heen
zwerven, zeer ten nadeele van het snelverkeer. Is het
niet mogelijk om op de Dreef een fietspad uiterst
rechts te markeeren en dan in de Algemeene Politie-
verordening een bepaling op te nemen waarbij het
verboden is, dat meer dan twee wielrijders zich naast
elkaar voortbewegen. Ook zou spreker nog gaarne
willen weten, welke maatregelen Burgemeester en
Wetliouders zich voorstellen te nemen ten opzichte
van het onverlicht parkeeren van auto's.
De \oorzitter zegt, dat in de laatste wijziging van
het Motor- en Rijwielreglement aan Burgemeester en
Wethouders bevoegdheden zijn gedelegeerd, waartoe
thans machtiging wordt gevraagd. De snelle ontwik-
keling van het verkeer en de moeilijkheden, die dik-
wijls tengevolge daarvan ontstaan, maken het nood-
zakelijk. dat direct moet kunnen ingegrepen worden
en dat niet eerst een raadsvergadering behoeft te
worden afgewacht. Ook daarom is het beter, dat deze
maatregelen door Burgemeester en Wethouders worden
getroffen, orndat zij meer contact hebben met het ver-
keer. Deze zaak zou evenwel niet zoo urgent zijn,
indien niet over enkele weken binnen deze genreente
een gebeurtenis zou plaats grijpen, die het verkeer tot
den top zal belasten. Ten tijde van de „FIora" zullen
zich zeker moeiiijkheden voordoen, die gemakkelijk
kunnen worden overwonnen, mits Burgemeester en
Wethouders direct hun nraatregelen kunnen treffen.
Niet doenlijk is het om dan terstond bij den Raad aan
te kloppen. Het Motor- en Rijwielreglement zegt wel,
dat door Burgemeester en Wethouders spoedheidshalve
enkele maatregelen kunnen worden getroffen, doch dat
is niet voldoende. De heer Jonckbloedt, zegt spreker,
vreest, dat Burgemeester en Wethouders niet verstan-
dig zullen handelen. De heer Jonckbloedt kan echter
gerust zijn, zegt spreker, want het College is heusch
niet zoo kortzichtig, dat het de belangen van den
middenstand voorbij zal zien. Op de vraag van den
heer De Tello kan spreker antwoorden, dat het niet
de bedoeling is, zooals elders wel eens het geval is,
om van het parkeerterrein een winstgevend zaakje te
maken. Met de voorgestelde maatregel wordt alleen
beoogd, om het verkeersbelang te dienen. Wat de
maatregelen betreft, ten aanzien van het onverlicht
parkeeren, zegt spreker, dat het de bedoeling is om
uniformiteit te brengen en te behouden met de maat-