31 Januari 1935
16
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat dit voor-
stel niet om advies is toegezonden aan de Conimissie
voor de Arbeidsbemiddeling, omdat Burgemeester en
Wethouders meenden, dat daartegen wel geen tezwa-
ren zouden bestaan, omdat het zulk een doodeenvou-
dige zaak betreft, die reeds zoo dikwijls is besproker.
Bovendien zit in de Commissie van Openbare Werken
de Voorzitter van die Commissie, die blijkbaar zelf
niet de behoefte heeft gevoeld, onr zijn Commissie
daarvoor bij elkaar te roepen. Wat betrett de leeftijd
van de tewerkgestelden, zegt spreker, dat het in het
voornemen ligt om jongelui van 1521 jaar tewerkte
stellen. Spreker kan er wel voor gevoelen, om niet
aan allen hetzelfde loon uit te betalenf9,— is zoo'n
beetje het genriddelde Ioon, terwijl verder met de
prestatie rekening zou kunnen worden gehouden. Het
is de bedoeling om te rouieeren, zegt spreker. Het
gaat om het bezig houden van de jongelui, die anders
doelloos rondloopen. Ook werklooze bloemistarbeiders
zullen aan de beurt komen. De kwestie van den
bouwgrond is reeds ter sprake gebracht Het is inder-
daad niet de bedoeling om dezen grond als bouwgrond
te prepareeren.
De heer Rijkes merkt op, dat hem het standpunt
van de leden der Commissie voor de Arbeidsbemidde-
ling niet bekend is. Hij heeft dan ook alleen voorzich
zelf gesproken. Spreker hoopt, dat de heer De Tello
aan Burgenieester en Wethonders een lijst geeft met
plaatsen, waar speelterreinen in deze gemeente kunnen
worden aangelegd.
De heer De Tello zal trachten aan het verzoek van
den heer Rijkes te voldoen. Indien spreker echter be-
paalde terreinen op het oog had, dan zal hij het ge-
meentebelang anders niet dienen met deze openlijk te
noemen.
De heer Disselkoen zegt, dat het hem veel pleizier
heeft gedaan, dat dit voorstel r.iet opzettelijk aan de
beoordeeling van de Commissie voor de Arbeidsbe-
middeling is onthouden. Spreker bewondert de debat-
vaardigheid van den Wethouder, doch hij had liever
het cordeel vrn de vakbeweging en de werkgevers
gehoord. Spreker is van den heer Jonckbloedt ge-
schrokken, dat, als zou men het er mede eens zijn,
dat geen unifoim loon moet worden uitbetaald. Spreker
heeft daaromtrent nog geen vaste meening en wil eerst
het oordeel van de Commissie hooren. De Raad kan
toch wel het gevraagde crediet toestaan, doch eerst