31 Januari 1935
De heer Attema is in beginsel niet tegen deze ver-
ordening. Artikel 2 vindt spreker echter te langliever
zou liij de geheele bevoegdheid aan Burgemeester en
Wethouders willen geven. Het doet zicli n.l. dikwijls
voor, dat het karakter van een straat zich achteraf
wijzigt en een winkelstraat blijkt te gaan worden.
Spreker noemt hiervan enkele voorbeelden in andere
gemeenten.
De heer Van Unen acht dit een moeilijk onderwerp
in dezen tijd. Men wil door deze verordening in hooge
mate de gelegenheid beperken om te trachten nog eens
een stukje brood te laten verdienen. In gewone tijden
zou spreker voor deze beperking kunnen gevoelen,
doch nu is hij daar huiverig voor. De inrichting van
een echt winkelhuis kan er dikwijls niet af en daarom
wordt een of ander woonhuis wel eens als winkelhuis
ingericht. Spreker erkent graag, dat dit niet altijd pret-
tig is voor de omwonenden, doch men moet zijn
medemenschen eens weten te helpen. Mocht de ver-
ordening worden aangenomen, dan hoopt spreker, dat
Burgemeester en Wethouders rekening zullen houden
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in
de gediukte stukken onder volgno.
8. V erordening houdende verbod tot het uitoefenen
van winkel- en andere bedrijven.
X. Verordening houdende verbod tot het uitoefe-
nen van winkel- en andere bedrijven.
nog even de voorlichting vragen van de Commissie
over de uitvoering, vooral nu de Wethouder heeft ge-
sproken over loon naar prestatie. Dit is inderdaad ge-
vaarlijk, vooral wanneer dit op ander terrein is door-
gevoerd. Spreker zou den Wethouder wel de toezeg-
ging willen vragen, dat de Commissie, alvorens dit
werk gaat worden uitgevoerd, bij elkaar wordt ge-
roepen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, heeft daartegen
geen bezwaar. mits de totaalkosten niet hooger wor-
den. Loon naar prestatie moet inderdaad met een
korreltje zout worden bekeken.
Het voorstel wordt vervolgens zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.