25 Juli 1935 113 komt, indien dit voorstel niet wordt aangenomen, doch dit jeugdwerk is toch reeds op een andere plaats in Heemstede ondergebracht. Tenslotte merkt spreker op, dat de vereeniging toch wel uit deze verschillende uitspraken kan concludeeren, dat de Raad zeker bereid is, om haar werk te steunen. Spreker is er n.l. vast van overtuigd, dat geen der leden daaraan medêwer- king zal onthouden. De lieer De Tello verschilt van meening met den Wethouder, dat dit gebouwtje h.echt is. Voorts zal de Wethouder ter goeder trouw gezegd hebben, dat de Schoonheidscommissie slechts uit 3 leden bestaat; uit het gemeenteverslag is hem n.l. gebleken, dat die Commissie 6 leden telt. Tenslotte blijft spreker van meening, dat het uit aesthetisch oogpunt ontoelaatbaar is, om dit gebouwtje daar te laten staan. De boomen- rij langs de vaart wordt door dit gebouwtje zeker gebroken. De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat de heer De Tello formeel gelijk heeft met zijn opmerking over de samenstelling van de Schoonheidscommissie. Er zijn echter steeds maar 3 leden van die Commissie tegelijk aanwezig. Ook wil spreker nog opmerken, dat dit gebouwtje tusschen de 2 weiden in komt te staan. De Voorzitter wil nog even mededeelen, dat het advies is gevraagd van de heeren Van der Linden en Zwiers, leden van de Schoonheidscommissie, op wier oordeel Burgemeester en Wethouders zeer veel prijs stellen. Spreker is er van overtuigd, dat ook de heer Cuypers er niet tegen zou zijn. Van verkaveling van deze terreinen is natuurlijk geen sprake. Ook kan spreker niet zeggen, dat dit gebouwtje storend is voor de omgeving, omdat rnen er overheen kijkt. Spreker betreurt het voor het jeugdwerk, dat dit voorstel uit aesthetische overwegingen niet wordt geaccepteerd. Overigens is hij van meening, dat over dit onderwerp nii wei genoeg is gesproken. De heer Van der Linden acht zich niet bevoegd om over het aesthetische gedeelte van dit voorstel te oordeelen, doch na hetgeen hij nu van deskundige zijde vernomen heeft, zijn er bij hem geen bezwaren, om dit voorstel te steunen. Het voorstel wordt vervolgens verworpen met 8—5 stemmen. Vôôr het voorstel stemden de heeren Van der Lin- den, Attema, Audretsch en de Wethouders Dr. Droog en Jhr. van de Poll.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1935 | | pagina 11