25 Juli 1935
110
De heer Audretsch heeft met genoegen van den
heer Van Unen vernomen hoeveel hij voelt voor de
jeugd. Waar juist dit werk zoo sprekend is voor de
jeugd, hoopt hij, dat degenen, die aesthetische bezwa-
ren liebben, deze op den koop toe zullen nemen.
Wellicht toch zal dit de eenigste manier zijn waarop
de gemeente de oprichting van een dergelijke stichting
kan bevorderen. Indien dit voorstel wordt verworpen,
dan is de stichting van dit jeugdwerk meteen van de
baan. Zou het niet mogelijk zijn, zoo vraagt spreker,
dat aan de huurders de voorwaarde wordt opgelegd
dat zij het gebouwtje verplaatsen, zoodra zij dit kun-
nen
De heer Attema heeft in de Plantsoenencommissie
medegedeeld, dat dit gebouwtje naar zijn meening
daar zeer goed staat. Verder moet men toch niet uit
het oog verliezen, dat het hier gaat om het jeugdwerk
en dat het toch al zulk een moeilijke tijd is voor de
jeugd. Ieder jeugdwerk, mits het niet revolutionnair is,
dient in dezen tijd gesteund te worden. Indien er
sfraks echter een andere plaats is aan te wijzen, dan
zou dit beter zijn, zegt spreker.
Mevrouw Venhuizen zegt, dat de Raad aan het af-
dwalen is. De Raad is altijd bereid om iets voor de
jeugd te doen, doch het gaat er hier om, of deze
plaats uit aesthetisch oogpunt voor dit doel geschikt
is. Een huis doet het tegen een groenen achtergrond
altijd goed. Er moet echter naar gestreefd worden
Heemstede niet alleen wat den villabouw betreft mooi
te houden, doch ook het natuurschoon moet geconser-
veerd worden. Spreekster merkt op, dat er in Heetn-
stede al zoo ontzettend veel wordt gebouwd en er
toch wel wat open mag blijven. Zet men daar een
huis neer, dan zou spreekster zeggen, verkavel maar
die heele omgeving. Het doel van dit jeugdwerk is
zonder twijfel mooi, doch moet ondergeschikt blijven
aan het algenieen belang. Voorts vraagt spreekster als
vrouw„hoe zal dit huis bewoond worden en hoe
zal het worden onderhouden Spreekster is bang,
dat het spoedig in een minder mooien staat zal komen'
te verkeeren. Laat inen Groenendaal en omgeving mooi
houden.
De heer Van der Erf is er van overtuigd, dat alle
leden van den Raad het nut van het jeugdwerk erken-
nen. Spreker heeft in overweging gegeven om de
Schoonheidscommissie over dit voorstel te laten ad-
viseeren. Hij heeft echter niet dien steun van die