89
31 October 1935.
Evenals bij de vaststelling der vergoeding over
voorgaande jaren zouden wij deze bedragen met
f 0.50 per leerling willen verhoogen voor administratie-
kosten, welke niet nauwkeurig uit de gemeentereke-
ning zijn af te leiden.
De gemiddelde kosten per leerling worden daar-
door:
a. voor de openbare scholen voor gewoon L.O.
f 15,74.
b. voor de openbare U.L.O. school f 26,83.
Wij stellen U voor deze kosten aldus te bepalen
en de aan de schoolbesturen toekomende vergoedin-
gen met inachtneming van deze cijfers vast te stellen.
Tevens is ten behoeve van verschillende bijzondere
scholen de vergoeding gevraagd als bedoeld in het
negende lid van art. 101, omdat in 1933 aan die
scholen vakonderwijzers werkzaam zijn geweest.
Voor de bijzondere scholen voor gewoon lager on-
derwijs kan die vergoeding worden toegekend tot een
maximum aantal lesuren van 156, omdat in 1932 aan
de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs les
is gegeven door een vakonderwijzer gedurende ge-
noemd aantal uren per school en voor de bijzondere
scholen voor uitgebreid lager onderwijs om dezelfde
reden tot een maximum aantal lesuren van 546.
Gedurende het jaar 1933 jaar, waarover de ver-
goeding wordt gevraagd is aan de openbare scho-
len voor gewoon L.O. totaal 416 uur les gegeven door
een vakonderwijzer, terwijl de kosten daarvan hebben
bedragen f 1.318,38 of per lesuur f 1.318,38 416 - -
f 3,17.
Äan de openbare U.L.O. school is 598 uur vak-
onderwijs gegeven, waarvan de kosten hebben bedra-
gen f 1952.— of per lesuur f 1952.— 598 f 3,26.
Voorgesteld wordt daarom de vergoeding per lesuur
op genoemde bedragen te bepalen en de vergoedingen
voor de bijzondere scholen vast te stellen zooals is
vermeld in den staat, behoorende bij het hierbij ge-
voegde ontwerp-besluit, waarbij, voor zooveel noodig,
de vergoeding tot de werkelijke uitgaven is beperkt.
Ten behoeve van de bijzondere scholen St. Jozef-
school, St. Augustinusschool, St. Aloysiusschool en St.
Antoniusschool L.O. en U.L.O. behoort, tegelijk met
de vaststelling der vergoeding krachtens art. 101,