103
28 November 1935.
BIJDRAGE IN SCHOOLGELD VOOR BIJZONDER
MIDDELBAAR OF VOORBEREIDEND HOOGER
ONDERWIJS.
Aan den Raad.
In Uwe Vergadering van 25 Juli j.I. is behandeld
ons voorstel no. 73, inzake wijziging van de bijdrage
welke aan een 5-tal bijzondere inrichtingen voor mid-
delbaar of voorbereidend liooger onderwijs wordt
verleend.
Tijdens de behandeling van het voorstel is het
ontwerp-besluit in zooverie op ons verzoek gewijzigd,
dat de 2 laatstgenoemde niet dcor het Rijk gesubsi-
dieerde scholen daaruit zijn vervallen, zoodat dit dus
alleen van toepassir-g was op 3 met name genoemde
door liet Rijk gesubsidieerde scholen.
In punt 2 van genoemd besluit wordt gfesproken
van de verordening op de heffing van retributiegeld,
zooals die thans geidt of nader zal worden vastgesteld.
Bij nadere overweging achten wij het beter deze
iaatste 5 woorden te Iaten vervallen, omdat anders de
besturen zicli bij voorbaat zouden binden aan bepa-
lingen die niet bekend zijn.
De regeiing met ,,'t Kopje", te Bloemendaal en
„Sancta Maria", te Haarlem. is nader onder de oogen
gezien. Deze scholen werden uit het vorige besluit
geschrapt, omdat rnet de besturen geen mondeling
overleg was gepleegd en omdat, nadat wij van het
voornemen tot wijziging schriftelijk hadden kennis ge-
geven, ernstige bezwaren tegen de verlaging der
bijdrage door ons waren ontvangen.
lntusschen is met deze besturen mondeling overleg
gepleegd. Deze inrichtingen ontvangen van het Rijk
geen subsidie, doch werden te voren door ons voor
toekenning der bijdrage steeds gelijk gesteld rnet de
gesubsidieerde scholen. Uit het niet ontvangen van
Rijkssubsidie vloeit natuurlijk voort, dat de financieele
ornstandigheden dezer inrichtingen minder gunstig zijn.
Met het oog daarop is dan ook op ons een beroep
gedaan de bijdrage voor deze inrichtingen niet te ver-
lagen. Wij meenen dat er inderdaad wel grond voor
bestaat, om voor deze inrichtingen niet eenzelfde re-