28 November 1935.
188
de bedoeling, dat alie inrichtingen zouden moeten
medehelpen om de uitgaven voor de gemeente te ver-
lagen, een kleine verlaging van de 2 niet-gesubsidi-
eerde seholen wel gerechtvaardigd was te achten en
daarom adviseerde zij, het bedrag van f 350.voor
Kopje" en „Sancta Maria" te veranderen in f325.
terwijl ook voor deze stholen dient te worden opge-
nomen de bepaling, dat de ouders door de scholen
niet verplicht mogen worden tot het verleenen van
een bijdrage.
De heer Van der Linden zegt, dat de Onderwijs
Commissie tot de overtuiging is gekomen, dat voor de
niet-gesubsidieerde schoien, f 350.de kostprijs is
per leerling en aangezien destijds is besloten om den
kostprijs als basis voor de bijdrageregeling te nemen,
voelde men wel de verplichting om dit bedrag aan te
houden. Verder was de Commissie van meening, dat
aanleiding aanwezig was om voor deze scholen de
bepaling achterwege te laten, dat zij de ouders niet
inogen verplichten tot het verleenen van een bijdrage.
Men kan dit immers eerst eens aanzien. Blijkt, dat
van die vrijheid misbruik wordt gemaakt, doch dat zal
niet waar zijn, aangezien de schoolbesturen dan de
ouders tegen zich in het harnas jagen, dan kan die
vrijheid attijd weer worden teruggenomen.
De heer Kromhout merkt op. dat in de Commissie
voor het Onderwijs de stemmen hebben gestaakt over
de kwestie van de extra bijdrage van de ouders der
leerlingen.
De heer Van der Linden meende, dat men het in
de Onderwijs Commissie eens was geworden.
De heer Disselkoen zegt, dat hij in de Onderwijs-
Commissie een ander standpunt heeft ingenomen als
in de Financieele Commissie en daarin niet alleen door
den heer Van Unen naar voren is gebracht, dat ook
de niet-gesubsidieerde scholen een veer moeten laten.
In de Onderwijs Commissie heeft men echter tot uit-
gangspunt genomen, dat de kostprijs maatgevend is.
Daarom is het verklaarbaar, dat spreker in deze laatste
Commissie een ander standpunt heeft ingenomen, dan
in eerstgenoemde Commissie.
De heer Dr. DroogWethouder, merkt op, dat men
uit de opmerking van den heer Disselkoen ziet, dathet wel
eens gevaar kan opleveren, indien over een bepaalde
zaak teveel Commissies worden geraadpleegd. Ook
aclrt spreker een gevaar aanwezig om niet goed te
vinden, dat de niet-gesubsidieerde scholen een extra