20 December 1935
307
taald, maar spr. vindt een grens van 10.000 onlogisch.
Voorts vraagt spr. of er geen maximum bedrag gesteld
dient te worden.
De Voorzitter antwoordt, dat het de bedoeling van
Burgemeester en Wethouders is, den kleinen man te
helpen en daarom voorgesteld wordt, beneden 10.000
een lager bedrag te heffen.
De heer Jonckbloedt stelt het voorbeeld, dat wanneer
iemand een villa laat bouwen van f 10.000, men toch niet
spreken kan van een kleinen man.
De Voorzitter zegt, dat bij het ontwerpen van deze
verordening een vergelijking is gemaakt met andere ge-
meenten.
De heer jonckbloedt zegt, dat in Haarlem y4 wordt
geheven van elke bouwsom van f 1000, met een minimum
van f 2,50.
De Voorzitter merkt op, dat het voorbeeld, door den
heer jjonckbloedt gegeven, een grensgeval is, dat altijd
moeilijk is.
De hêer Jonckbloedt stelt voor, van elke bouwsom van
1000 2 te heffen.
De heer De Tello is van meening, dat een maximum
dient te worden gesteld. Spr. stelt daarom voor, het voor-
stel van den heer Jonckbloedt aldus aan te vullen, dat
de leges zullen worden geheven tot een maximum van
/250.
Voorts heeft spr. bezwaar tegen een legesheffing van
2 voor een bewijs van Nederlanderschap, ten dienste
van een reis naar het buitenland. Spr. meent, dat hier
te ver wordt gesprongen. In dezen tijd, waarin door het
organiseeren van reizen met autobussen zelfs de zeer
middelmatige man in de gelegenheid wordt gesteld eens
een reisje naar het buitenland te maken, zal het voor
velen een bezwaar zijn, dan ook nog 2 voor een bewijs
van Nederlanderschap neer te tellen. Het is slechts
theorie als rnen zegt, dat met een dergelijk bewijs vijf
jaar kan worden gedaan, omdat de door spr. genoemde
categorie personen nu eenmaal niet ieder jaar een buiten-
landsch reisje kan bekostigen. Spr. stelt voor de leges
voor een bewijs van Nederlandschap, ten dienste van
een reis naar het buitenland, te brengen op 0,50.
De Voorzitter antwoordt, dat in de meeste gemeenten
voor een bewijs van Nederlandschap /2,50 aan leges
wordt geheven. Burgemeester en Wethouders zijn dan
ook van meening, dat ook in deze gemeente de leges
voor zulk een bewijs wel wat hooger gesteld kan worden
dan thans het geval is.