20 December 1935
208
Vanzelf zal men nu vragen „goed, maar lioe wil U
bij een reeds knap geraamde begrooting datbereiken?
Het antwoord is duidelijkdoor nog krapper te ra-
men en als het moet hier en daar te schrappen.
Ja, uit den aard der zaak zal er misschien iets min-
der mooi moeten worden of iets moeten vervallen,
maar denkt U dat die duizenden en duizenden die de
crisis naar beneden heeft gedrukt, alles even rnooi
hebben kunnen houden en niet iets hebben moeten
iaten vallen. dat zij, o zoo gaarne, hielden Zoo zul-
len ook onze ingezetenen als ze geen belastingverhoo-
ging willen en niemand wil dat voor lief moeten
nemen dat sommige zaken iets eenvoudiger worden
dan ze gewend waren misschien.
En nu zegge men nietvermogensbelasting doet den
kleinen geen last, want wij moeten ook grooten trek-
ken, juist ten bate van de kleinen en we rnoeten flink
beneden Bloemendaal blijven, want Bloemendaal is
wat mooier. Daartegenover moet staan maar Heemstede
is töch voordeeliger.
Het moet en spreker hoopt in den loop van de
debatten de noodige posten aan te geven deze alge-
meene beschouwingen zijn daarvoor minder aangewezen.
Een der Wethouders het was geen nota van
Burgemeester en Wethouders deed ons een nota
toekomen met als opschrift „Gouverner c'est prévoir".
Heel juist, maar om goed vooruit te zien, moet men
eerst goed dichtbij zien en dan ziet men in Heeinstede,
dat ieder zeer ver is gedrukt in inkomsten en tevens
zeer ver is belast door belastingen.
Als men dat dichtbij goed in zich opneemt. dan
leert vooruitzien, dat men niet zwaarder moet belasttn
zoolang men geen betere inkomsten bij de belasting-
betalers kan verwachten.
Op die nota komt spreker nog wel nader terug,
b.v. op het bedrag voor onvoorzien.
Alleen nog dit. De Wethouder moet niet teveel
willen bewijzen en hem en zijn medestanders voor
lage belastingen aanwrijven, dat zij naar noodlijdend-
heid sturen. Spreker zou populair willen zeggen„dat
neem ik niet". Eerder beoogen zij het tegendeel.
En dat die Wethouder terloops ook iets zegt van
de Rijkssteunregeling, acht hij minder juist, waar die
nog in optima forma behandeld moet worden, na
voorlichting door Burgemeester en Wethouders.
Zijn tirade, dat zij d.w.z. die tegen de belasting-
verhooging zijn sturcn naar cntslag, drastische