20 December 1935
221
punt, ofschoon de regeling hier te Heemstede zoo goed
mogelijk wordt uitgevoerd, nog wel eenige misstanden.
De jongere generatie bijvoorbeeld, wordt vrijwel ge-
heel verwaarloosd en ofschoon het Algemeen Comité
voor ontwikkeling en ontspanning doet wat mogelijk
is, veel wordt er voor die jongeren niet gedaam' Er
zal meer moeten worden uitgezien naar werk, hoe dan
ook, waardoor zij niet langer hetgevoel zullen hebben,
althans zoo min mogelijk „wij moeten onze ouders
maar uiteten". Geen steun en geen werk. Is het niet
al te mal, dat op deze wijze wordt medegewerkt, de
gezinnen uit elkander te rukken, daar immers aan een
kostganger wel steun wordt verstrekt, doch aan een
werkloos lid van een gezin, waarvan de vader werk-
loos is, niets Is het niet meer dan redelijk te noemen,
dat aan een werkloos huisvader, zoo goed als voor
kleinere kinderen, ook kindertoeslag voor de grootere
werklooze kinderen wordt gegeven, daar het juist voor
deze groep, de werklooze groote kinderen dus, dubbel
noodzakelijk is, aangezien deze aan vieding en klee-
ding wat meer kosten dan de kleinere Ditzelfde
geldt natuurlijk tevens voor een weduwe, die werk-
looze kinderen heeft, zij het dan wellicht in een ande-
ren vorm. Zoodra de Raad iets meer te zeggen heeft
over Maatschappelijk Hulpbetoon, zijn daar ook nog
wel enkele verbeteringen aan te brengen, o.m. den
vorm van brandstofvoorziening enz.
Dit nu, meende spreker bij deze algemeene be-
schouwingen, die tegen zijn gewoonte wel wat langer
zijn geworden dan wenschelijk zou kunnen worden
geacht in het midden te brengen. Bij de artikelsgewijze
behandeling van de gemeente-begrooting zal spreker
nog wel de gelegenheid krijgen, op een en ander
nader terug te komen.
De heer Mr. von Meyenfeldt sluit zich aan bij de
woorden van waardeering tot het College van Burge-
meester en Wethouders gesproken.
Met voldoening mag worden geconstateerd, dat het
gelukt is de begrooting sluitend te krijgen, al was het
niet geinakkelijk, zonder dat het noodig was, volgens'
een deel van het College, het voorste! tot heffing van
opcenten op de vermogensbelasting te handhaven tot
het aanvankelijk genoemde bedrag van 25, daar het
mogelijk gebleken is dit tot 10 terug te brengen. Blij-
kens het advies van de Financieele Commissie kan
ook de door Burgemeester en Wethouders nog voor-
gestelde belastingverhooging vermeden worden.