20 December 1935
224
gevonden en hoezeer althans de Wetliouder voor de
tinancien ontvankelijk is geweest voor de wenschen
van den Raad.
Tenslotte is men nu zoover gekomen, dat de be-
grooting nog slechts een ongedekt tekort van pim
17000. aanwijst, dat de meerderheid van Burgemees-
ter en Wethouders wil dekken door de heffing van
10 opcenten op de vermogensbelasting, de minderheid
van Burgemeester en Wethouders, door 25 opcenten,
terwijl de Financieeie Commissie meent, dat dit tekort
kan worden opgevangen zonder belastingverhooging.
Het zal voor ieder duidelijk zijn, dat een bedrag
van f 7000. hoe belangrijk ook op zichzeif, op een
begrooting van bijna twee millioen, niet veel is. Dat
ci desondanks drie stroomingen zijn en gebleven zijn,
die niet tot eikaar te brengen waren, koint z.i. omdat
deze drie stroomingen niet zoozeer gescheiden gehou-
den werden door de dekkingsvraag over deze zeven
mille, maar door een verschil van inzicht in de be-
lastingpolitiek, die voor Heemstede principieel gebo-
den is.
Dr. Droog, zoo vervolgt spreker, heeft den leden
van den Raad een nota gezonden, onder het motto
„(jouveiner c est prévoir" en hij had de vriendelijke
attentie om bij deze overbekende uitdrukking de Hol-
landsche vertaling „Regeeren is vooruitzien", te plaat-
sen. Naast een zoo groote vriendelijke attentie past
natuurlijk niet de onvriendelijke gedachte, dat Dr.
Droog heeft willen beweren, dat Wethouder van de
PoII, de Financieele Commissie, mitsgaders iedereen,
die het niet met Dr. Droog eens is, verzuimen om
vooruit te zien.
Inderdaad meent spreker, dat alle drie stroomingen
we! degelijk vooruit trachten te zien, maar weten wat
de toekomst brengen zal, doet niemand. Men kan
alleen bepaalde verwachtingen hebben en dan trachten
anderen van de gegrondheid dier verwachtingen te
overtuigen, met argumenten, die steekhoudend zijn.
Nu gelooft spreker dat het wel bekend îs, dat de
S.D.A.P. direcfe belastingen juister acht dan indirecte
cn dat ze van de directe belastingen de vermogens-
belasting en de opcenten daarop, een van de meest
geschikte vindt. Men behoeft hem dan ook alleen
maar aan te toonen, dat belastingverhooging, hetzij
noodzakelijk, hetzij in het belang der gemeente en haar
verschillende bevolkingsgroepen is, om ten volle de
medewerking van zijn fradie te verkrijgen.