20 December 1935 225
Wanneer men nu eens nagaat, wel'ke argumenten de
raadsleden schriftelijk of mondeling voor de voorge-
stelde belastingverhooging hebben gehoord en gezien,
dan komt eerst de mededeeling, dat Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland 5 van de begrooting voor Onvoor-
zien wenschelijk hebben geacht.
De gemeente, zooals alle Noordhollandsche gemeen-
ten, heeft zoo het een en ander te stellen met de eischen,
die Gedeputeerde Staten van Noord-Holland thans stel-
len, maar als men nu vrijwillig ook nog ging rekenen,
met wat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland een paar
jaar geleden als wenschelijk hebben aangegeven, dan
kan men wel aan den gang blijven. Bovendien, als daar-
mede rekening wordt gehouden, dan moet de post On-
voorzien van 30.000 op f 95.000 worden gebracht, maar
niet op f 40.000, want dat College sprak van een post
onvoorzien van 5 Of men nu l'/2 of 2 neemt, het
verband met de 5 is totaal zoek, en in die 5 ligt
dan ook zeker géén argument.
Wethouder Dr. Droog schrijft voorts in zijn nota: „Ik
ben dus van meening, dat nu reeds belastingverhooging
noodig is. Indien wij daardoor in 1936, 19e>7 en i93o
telkens 18.000 op zijde leggen en daarbij de nu op de
begrooting van Burgemeester en Wethouders becijferde
10.000 jaarlijks ook op de volgende begrootingen kun-
nen behouden door ze aan Onvoorzien toe te voegen, dan
putten wij de reserves minder snel uit." Hier wordt ge-
suggereerd, dat jaarlijks /18.000 plus /10.000 kan
worden gereserveerd, d.i. in de genoemde drie jaren
3 X /28.000 84.000.
Maar van de bedoelde 18.000 moet volgens Burge-
meester en Wethouders /8000 (nu inmiddels verlaagd
tot 7000) worden uitgegeven. Bovendien kan men de
10.000 niet eerst in de 18.000 op zijde leggen en dan
nog eens op Onvoorzien behouden. Zoo telt men het geld
dubbel. Van de voorgetooverde /84.000 kan Dr. Droog
dan ook in drie jaren hoogstens /30.000 reserveeren!
En van die 30.000 volgt uit zijn voorstel thans slechts
10.000, want of ze volgend jaar gereserveerd kunnen
worden is totaal onzeker.
Voorts is het geen reëele politiek, om deze 10.000
aan Onvoorzien toe te voegen, als men bedoelt ze per se
te behouden. Dan moet men ze normaal in de begrooting
verwerken en voorstellen om in plaats van 50.000
slechts 40.000 uit het reservefonds te putten. Dat zou
tenminste reëel zijn.
En bedoelt men niet ze per se te behouden, dan moct
