20 December 1905 228 drijven, maar dat hij ontvankelijk is geblekcn voor de gefundeerde wenschen van den raad. Voor elken demo- craat in den raad een reden te meer om tegenover dit voorstel van de katholieken uiterst voorzichtig te zijn. Beziet men los hiervan het voorstel van de katholieke fractie, dan bemerkt men, dat dit voorstel niet alleen op twee gedachten hinkt, maar dat het eigenlijk wel aan vier of vijf pooten itegelijk kreupel is. Het begint het juiste feit vast te stellen, dat de 158.000, die het rijk aan de financiën van Heemstede heeft onttrokken, een strop voor haar zijn. Natuurlijk, inaar het rijk heeft dat reeds voor de vorige begrooting gedaan, en het feit heeft reeds het vorige jaar in volle zwaarte bij de discussies cn bij ide 'besluiten meegegolden. Intusschen acht men om „deze en andere redenen" binnenkort „vrij sterke" belastingverhooging ,,waarschijnlijk". Het lijkt haast on- mogelijk om in één zinnetje ineer grijze vaagheid opeen te stapelen als hier gebeurt. Maar deze grijze vaagheid komt hier niet te pas. AIs men in dezen tijd van daiende mkomsten der bevolking nieuwe belastingen wil heffen en daarmede het Ieven duurder gaat maken, dan kan men dat wel met steekhoudende argumenten, maar niet met algemeene vaagheden verantwoorden. Enfin, de heeren willen daarmede een reserve vormen, ofidesnoods een herziening van het electriciteits tarief bewerken. Dat „desnoods" is kostelijk. Erg groot schijnt de liefde voor deze tariefsverlaging niet te zijn. Het is zoo iets als een „tweede uiterste noodzaak" Van tweeën één, mijneheeren, ôf gij heft de nieuwe belastino- voor reservevorming, maar dan moet gij dat bedrag ook reserveeren, ôf gij heft die belasting voor het electrici- teitstarief, maar dan moet gij niet paradeeren als de voorzichtige en conservatieve financiers, die op de bres staan voor de reservevorming. De heffing van opcenten op de vermogensbelastiim ter wille van een jverlaging van het electriciteitstarief wijst spr. zeer zeker niet afindien de wijziging van dat tarief in zijn geest gaat. Maar wat is daarvan be- kend? Neem aan, dat de uiterste noodzaak desnoods aanwezig is, wat voor verlaging komt er dan? Weer zoo îets als de vastrechtregeling, waaraan de kleine man niets heeft? De heeren worden bedankt. Voorts wil men dan toch blijven concurreeren met de andere z.g. luxe-gemeenten en wil daarom niet verder gaan dan 25 opcenten op de verniogensbelasting en 10 opcenten op de gemeentefondsbelasting. Spr. stelt vast, dat de katholieken dus niet alleen de vermogensbelasting

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1935 | | pagina 31