20 December 1935
234
druk op de gemeenten en de door dien bewindsman
steeds verder doorgevoerde aanvallen op de gemeente-
lijke autonomie.
In zoo'n tijd geroepen te worden de belangen van de
ingezetenen dezer gemeente te behartigen, brengt zeer
zeker zijn eigenaardige moeilijkheden mede.
Aan den anderen kant heeft het echter ook iets aan-
trekkelijks, juist in een donkeren tijd als wij beleven te
mogen staan voor zijn beginselen en hier tezamen, als
democraten, de democratie te mogen verdedigen tegen
de aanvallen, van welken kant deze dan ook komen. Zij
het van bovenaf, uit de ministeriëele sfeer, zij het van
onderaf, uit een politieke onderwereld.
En dan hoopt spr. als Christen-Democraat hier te
kunnen meewerken aan de bestrijding en het overwinnen
van de ingeroeste idee, alsof Christendom op politiek
terrein wil zeggen: behoudend, zwerend bij het historisch
gewordene.
Er bestaat nog een andere Christelijke politiek dan die
van de oude coalitie-partijen. Er bestaat een Christelijke
politiek, die, ook in het wereldleven, ernst wil maken
met het gebod, onzen naaste lief te hebben als onszelven.
Een politiek, die daarom streeft naar een radicale her-
vorming van het wereldleven.
In dien geest wil spr. ook thans de gemeentebegrooting
bezien. En dan zou hij zich bij deze Algemeene Be-
schouwingen willen beperken tot het maken van eenige
opmerkingen over de wijze, waarop de begrooting
sluitend wordt gemaakt.
Op enkele punten van meer ondergeschikt belang hoopt
hij dan bij de behandeling van het betreffende volg-
nummer nog even de aandacht te vestigen.
Wanneer men thans de middelen nagaat, die worden
aangegeven tot het sluitend-maken der begrooting, ziet
men, dat er in de eerste plaats is geweest de nota van
Burgemeester en Wethouders, waarbij de begrooting
werd aangeboden. In deze nota wordt voorgesteld het
tenslotte overblijvende tekort van 18.000 te dekken
door 25 opcenten te heffen op de vermogensbelasting.
Ook voor hem is inderdaad, indien belastingverhooging
onvermijdelijk is, deze vorm de minst onsympathieke.
Nadat twee nota's van wijzigingen zijn verschenen,
wordt tenslotte door de meerderheid van het college
voorgesteld 10 opcenten te gaan heffen. De minderheid
van het College wenscht het voorstel van 25 opcenten te
handhaven en de gevonden bedragen toe te voegen aan
dcn post: „Onvoorzien".