20 December 1935 239 uitgaan van de geraamde ontvangsten. Die ontvangsten zijn de verkoop van het product. Stelt men nu de ge- raamde verkoopcijfers 1936 naast de werkelijke oht- vangsten van 1934 (uit de bedrijfsrekening van dat jaar) dan krijgt men: Gas 250.000 f 263.000 Water 82.600 79.212 Electriciteit 285.200 260.000 f 617.800 /602.228 Men raamt dus slechts f 15.000 of 2'/2 méér te zullen omzetten en toch dezelfde winst te zullen maken. Een toename van den omzet met 2'/2 In het crisisjaar (voor het gasbedrijf althans) 1934 steeg de omzet als volgt: Gas met 2.000 Water 8.000 Electriciteit 6.000 16.000 of circa 3/2 Dit onderzoek voert tot de conclusie, dat op de hoogere winstraming uit de bedrijven door de uit- komsten gemotiveerd is en daarbij niet gerekend is op het acres der bevolking en van het verbruik. Hiermede wil spr. maar zeggen, dat indien we ons op den bodem der werkelijkheid plaatsen, het begrijpelijk is dat de Commissie voor de Bedrijven geheel accoord ging met den opzet van den Wethouder van Financiën om 44.000 méér te ramen aan inkomsten uit de drie produc- tieve bedrijven. Winstramingen op de gemeentelijke bedrijven gaan uit van het beginsel dat deze bedrijven rnee moeten wer- ken om de gemeentehuishouding te financieren. Op zich- zelf geen onjuist beginsel, omdat de gemeente de kapi- talen verschaft om de bedrijven in het leven te roepen en in goeden staat te houden en opdat de geheele be- volking gelijk aandeel zal hebben in de kosten van het bestuur der gemeente. De grens ligt daar, waar het verbruiksartikel ornoodig duur wordt gemaakt of gehouden. Spr. meent, dat die grens bij het electriciteitstarief is overschreden. Het moet niet voorkomen dat nieuwe ingezetenen de klacht uiten, als ze eenmaal hier zijn, dat ze dit zoo tegenvalt. Hetgeen ook in vergelijking met woondorpen van dezelfde aan- trekkelijkheici in andere deelen des lands (in de provincie Begroote Werkelijke Ontvangst 1936: Ontvangst 1934:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1935 | | pagina 42