20 December 1935
243
25 opcenten op de vermogensbelasting en 117 opcenten
op de personeele belasting. Wat de bezuinigingen betreft,
zegt spr., daaraan ook te hebben meegedaan. Zoo is van
de oorspronkelijke begrooting van Üpenbare Werken
/20.000 afgegaan, waarbij /9000 aan arbeidsloon ver-
loren ging, dat nu voor een gedeelte door Maatschappe-
lijk Hulpbetoon zal moeten worden betaald. Verder, zegt
spr., is door den heer Van Unen gesproken over den post
„Onvoorziene Uitgaven", die in Haarlem 8000 zou
bedragen. Spr. wil dat niet tegenspreken, omdat het hem
niet bekend is, doch over het algemeen loopt men toch
niet zoo graag achter Haarlem aan. Ook gelooft spr.
niet, dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland met
molentjes loopen en lijkt het hem verstandiger, om den
algemeenen regel te volgen, die daar geldt, dan de
enkele uitzonderingen, die gemaakt worden. De post On-
voorzien, zegt spr., is hier in Heemstede dit jaar geheel
uitgeput, o.m. tengevolge van het feit, dat Maatschappe-
lijk Hulpbetoon 14.000 tekort kwam. Het kweeken van
een zekere reserve kan spr. dan ook zoo dom niet vinden.
Aan het adres van den heer De Tello zdu spr. willen
zeggen, dat met de linkerzijde wel degelijk overleg is
gepleegd over de Wethouderskeuze. Dit is'echter schrif-
telijk geschied en zonder twijfel is een voor de linker-
zijde gunstige oplossing getroffen. Het groote bezwaar
was echter, dat de tegenpartij eischen stelde, die niet
konden worden ingewilligd. Op de eerste plaats liep de
zetel van Wethouder Jhr. van de Poll gevaar en op de
tweede plaats wilde de tegenpartij den heer Van Unen
in de Önderwijscommissie doen zitting nemen. Spr.
meende echter, dat het al wel was, dat de heer Dissel-
koen in die commissie zou worden benoemd. Die kan zijn
mondje heusch wel voldoende roeren. Dan heeft de heer
De Tello gezegd, dat de R.-K. fractie veel meer bereikt
zou hebben, indien zij met de S.D.A.P. was samenge-
gaan, vanwege de democratische idealen, die beide deze
partijen bezitten. De Katholieken hebben echter naast
materiëele ook ideëele belangen te behartigen. Hoe denkt
de S.D.A.P. bijv. over het gezag, hoe gedroeg zij zich
toen er oprosr was in Indië. De Katholieken hechten
bijzonder aan het gezag. Het gezegde van „vrooIijke
opstandigheid", gesproken door'de S.D.A.P. bij het op-
roer in Indië, zit bij spr. nog diep in het geheugen. Hoe
denkt de S.D.A.P. verder over de zeden. Denk eens aan
het boek van Wibaut, zegt spr., waarmede ook Mevrouw
Pothuis-Smit het heelemaal niet eens was. Wibaut wordt
echter niet uit de partij gezet. Hoe denkt de S.D.A.P.