20 December 1935
202
fonds onttrokken bedragen, ter grootte van jaarlijks
ongeveer f 158.000.—, de financiën der gemeente zeer
nadeelig hebben beïnvloed
dat om deze en andere redenen binnen een paar
jaren een plotselinge vrij sterke verhooging van den
gemeentelijken belastingdruk zeer waarschijnlijk is
achten bezuiniging alleen niet voldoende om dit te
verhinderen, maar achten ook nu reeds een matige
belastingverliooging noodzakelijk, ten einde daarmede
een reserve te vormen, die de plotselinge verhooging
zooveel mogelijk zal verhinderen, of desnoods ook
zou kunnen worden aangewend voor een in te voeren
tariefslierziening bij het electriciteitsbedrijf.
Deze in te voeren belasting zal dan zoo laag moe-
ten zijn, dat Heemstede op dit gebied nog gunstig
afsteekt tegenover andere z.g. luxe gemeeriten. Zij
wenschen daarom het oorspronkelijke voorstel van
Burgemeester en Wethouders ad 25 opcenten op de
Vermogensbelasting te handhaven en bovendien 10
opcenten meer dan thans te heffen op de Gemeente-
fondsbelasting en de hieruit voortvloeiende meerdere
opbrengst van ongeveer f 33.000.toe te voegen aan
den post „Onvoorziene uitgaven".
J. W. van der Erf.
N. J. van der Linden.
C. A. M. Jonckbloedt.
H. A. Meeuwenoord.
E. J. van Lent.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethou-
ders adviseeren, dit voorstel te behandelen bij de des-
betreffende posten der begrooting. Met den inhoud van
het voorstel kan Wethouder Dr. Droog zich vereeni-
gen, terwijl dit voorstel allerminst de instemming van
Wethouder jhr. van de Poll kan wegdragen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
Ja.arwed.den ambtenaren van politie.
1. Brief, dd. 14 December 1935, le afd., no. 66/26619,
van den Voorzitter van Gedeputeerde Staten van
Noordholland, waarbij nanrens den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken wordt toegezonden een afschrift
van het Koninklijk Besluit van 9 December 1935, no. 17,
(get.)
11
11
11
11