20 December 1935
269
op verdediging tegen een buitenlandschen of binnenland-
schen vijand". Bij het verleenen van een subsidie aan
Landstornr en Burgerwacht keuren wij dus goed, ja
bevorderen wij zelfs, dat een deel van de Heemsteedsche
burgerij een aantal hunner medeburgers, hun naasten,
gaat zien als hun vijand. Hieraan mede te werken is spr.
ten eenenmale onmogelijk. Spr. stelt daarom voor, dezen
post te schrappen.
Dit voorstel wordt voldoende ondersteund.
De heer Audretsch is van oordeel, dat de taak van de
Burgerwacht is om in bepaalde omstandigheden de
politie aan te vullen.
De Voorzitter zegt dat het politiecorps in aantal niet
voldoende krachtig is om eventueele onlusten te be-
dwingen. Om de sterkte zoodanig op te voeren, dat zij
in woelige tijden voldoende zal zijn is onzin, meent spr.
De Voorzitter brengt in stemming het voorstel van den
heer Kromhout om dezen post te schrappen, welk voor-
stel met 213 stemmen wordt verworpen.
Voor stemden de heeren Disselkoen en Kromhout.
Tegen stemden de heeren Voors, De Tello, Audretsch,
Rijkes, Van Unen, Van der Erf, Van der Linden, Jonck-
bloedt, Meeuwenoord, Van Lent, Mr. von Meycnfeldt,
Wethouder Dr. Droog en de Voorzitter.
Volgnr. 304. Subsidie aan de Heemsteedsche Burger-
wacht.
De Voorzitter deelt mede, dat een der leden van de
Financiëele Commissie zich met een subsidie van /810
zooals door de Burgerwacht is verzocht, kan vereenigen,
terwijl Burgemeester en Wethouders voorstellen het ge-
raamde bedrag te handhaven.
De heer Van der Erf is van meening dat, indien Bur-
gemeester en Wethouders en de andere raadsleden het
op prijs stellen, dat de Burgerwacht bestaat, deze dan
niet voor financiëele moeilijkheden moet worden ge-
plaatst. Op de begrooting is zeer bescheiden met den
aankoop van munitie rekening gehouden. Feitelijk zou
nog meer gevraagd moeten zijn voor stichting van een
kleedingfonds. Spr. stelt voor het subsidie op te voeren
tot /810.
De heer De Tello merkt op, dat uit de redeneering van
den heer Van der Erf zou voortvloeien, dat ook aan
andere, in dienst van de overheid zijnde personen, dienst-
kleeding zou moeten worden verschaft.
De Voorzitter zegt, dat op de begrcoting voor de