20 December 1935
275
inrichting te kostbaar. Spr. adviseert om, als onderdeelen
van het onderhoud noodig zijn, of absoluut onvermijde-
lijk om een jaar over te slaan, dit slechts gedeeltelijk te
doen om daardoor de bijdrage van de gemeente te kun-
nen verlagen. Spr. stelt voor het subsidie van de gemeente
met f 500 te verlagen en dit bedrag te besparen op onder-
houd.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt dat in het Bestuur
der Stichting voor de zwemvijvers reeds is besproken om
bepaalde onderdeelen aan te besteden. Spr. is bereid dit
nog eens te bespreken. Tot nog toe werd het onderhoud
door Openbare Werken gedaan. Onderhoud is niet ge-
makkelijk te ramen. Wanneer men een rotte plank weg-
haalt, dan ziet men vaak, dat er ook nog iets meer moet
gebeuren. Wat de kleedkamers betreft, aldus spr., is daar
slechts een tekort aan op z.g.n. topdagen en dat zijn
er maar weinigen in een jaar. Men kan zich daar nu een-
maal niet technisch op inrichten. Er is al bepaald, dat
op heel drukke dagen niet langer dan een half uur in het
water mag worden gebleven. Deze maatregel heeft goed
gewerkt. Spr. heeft bezwaar tegen het voorstel van a'en
heer Voors om f 500 van dezen post af te nemen. Spr.
zou niet weten waar dat af moet. Naar aanleiding van
de vraag van den heer Rijkes merkt spr. op, dat op
aandrang van de vergadering de prijzen zijn verlaagd
om de concurrentie het hoofd te kunnen bieden. In de
omgeving zijn vele concurrenten gekomen zooals Sport-
fondsenbad, Stoop's bad, en de openluchtbaden Zand-
voort en Santpoort. Daartegenover staan geen nieuwe
inkomsten. Spr. hoopt, dat de Raad vertrouwen zal heb-
ben in het Stichtingsbestuur, dat de onkosten zooveel
mogelijk naar beneden zal brengen. Spr. durft de be-
zuinigingen niet op zich te nemen.
De heer Van Uhen is van meening, dat ernstige maat-
regelen moeten worden genomen om tot verhoo'ging van
inkomsten te komen, desnoods door op andere wijze
van de baden gebruik te maken. Spr. acht het noodig om
aan de uitgaven een beperking te stellen. De heer Dr.
Droog zegt nu wel, dat als de heeren verlaging voor-
stellen, dan moeten zij aangeven waarop die verlaging
moet worden toegepast, maar spr. is van oordeel,' dat
als men een bedrijf heeft dat niet sluit, men tot sluiting
moet komen op straffe van ondergaan. Er moet gezegd
worden, je krijgt niet meer dan zooveel en daa'r moet
je het voor doen. Spr. ziet niet in, waaronr men bij een
noodlijdend bedrijf niet kan zeggen, dat er niet meer
dan een bepaald bedrag aan subsidie wordt gegeven.
