20 December 1935
287
begrooting van Openbare Werken reeds 9000 aan loon
is komen te vervallen. Op 3ie manier zal spr. zich straks
voor de noodzakelijkheid geplaatst zien, om aan de losse
werklieden steun uit te betalen, omdat er geen werk voor
hen is, terwijl toch ook de vaste werklieden aan den gang
moeten blijven.
De heer jonckbloedt merkt op, dat deze zaken altijd
zeer serieus in de Commissie voor Openbare Werken
worden bekeken. Men moet oppassen, dat de zuinigheid
hier niet de wijsheid bedriegt.
De heer Kromhout vraagt, wat er in de gemeente
eigenlijk aan sneeuwruimen gebeurt. Er zijn nu nog
drukke wegen in de gemeente, waar de sneeuw nog ligt.
Spr. vraagt of dat sneeuwruimen niet in werkverschaf-
fing kan gebeuren.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat er geregeld
sneeuw wordt geruimd. Men moet echter niet vergeten,
dat wat verder in het seizoen ook de zon nog een beetje
meehelpt. Overigens ontleent spr. aan de vragen van den
heer Kromhout wel een argument om niet teveel aan het
arbeidsloon te knabbelen.
De heer Rijkes is door het antwoord van den Wet-
houder geenszins overtuigd en handhaaft zijn voorstel.
De Commissie is ook naar de Molenwerflaan gegaan,
waar aanvankelijk 800 M.2 verstraat moest worden. Dit
bedrag is echter teruggebracht van /712 op f 350.
De Voorzitter zegt, dat men een klein beetje ver-
trouwen moet hebben in den dienst van Openbare Wer-
ken en dat men anderzijds niet uit het oog mag verliezen,
dat Heemstede een zich sterk uitbreidende gemeente is.
Er is voldoende druk uitgeoefend op de begrooting voor
Openbare Werken en spr. acht zich technisch niet vol-
doende op de hoogte om nu nog mede te werken aan
verdere verlaging.
De heer Audretsch acht de argumentatie van den Wet-
houder, Dr. Droog, heel gevaarlijk als hij zegt, dat er
werk verschaft moet worden om de vaste menschen aan
den gang te houden.
De heer Meeuwenoord zegt, dat de Bronsteeweg
vooral voor fietsers levensgevaarlijk is.
Het voorstel van den heer Rijkes om dezen post met
2000 te verminderen, wordt vervolgens in stemming
gebracht en verworpen met 411 stemmen.
Voor het voorstel stemden de heeren Audretsch, Rijkes,
Van Unen en Mr. von Meyenfeldt.
Tegen het voorstel stemden de heeren De Tello, Dissel-
koen, Kromhout, Van der Erf, Van der Linden, Jonck-