11
27 Februari 1936
16
vôör het ontslag werd genoten met inbegrip eventueel
van zoodanige toelagen, als bij de berekening van den
pensioensgrondslag in aanmerking komen.
Artikel 41.
1. Het wachtgeld wordt verminderd met het geheel
of een deel van het bedrag, dat de betrokkene geniet
uit arbeid of bedrijf, na den ingang van het wachtgeld
ter hand genomen, met dien verstande, dat het bedrag
van het alsdan genoten wachtgeld, gevoegd bij boven-
bedoelde inkomsten uit arbeid of bedrijf, niet mag dalen
beneden de laatstelijk genoten bezoldiging.
2. De betrokken ambtenaar is binnen een door Bur-
gemeester en Wethouders te stellen termijn en zoo vaak
als dat van hem wordt geëischt, verplicht, opgave te
doen van het bedrag der mkomsten uit arbeid of bedrijf.
Voldoet hij aan die verplichting niet, dan kan het wacht-
geld worden ingehouden, te rekenen van het einde van
evenbedoelden termijn.
Artikel 42.
Indien de op wachtgeld gestelde een aan hem aan-
geboden ambt of betrekking, die hem naar het oördeel
yan Burgemeester en Wethouders, in verband met zijn
persoonlijkheid en omstandigheden kan worden opge-
dragen, weigert te aanvaarden, vervalt het wachtgeld
geheel of gedeeltelijk.
Artikel 43.
1Het vvachtgeld vervalt, zoodra de op wachtgeld
gestelde in het genot van pensioen wordt gesteld.
2. Voorts kan het wachtgeld worden vervallen ver-
klaard, indien de op wachtgeld gestelde zich zoodanig
gedraagt, dat hij, ware hij in dienst gebleven, zou zijn
ontslagen of indien hij zich in het buitenland vestigt of
geacht moet worden aldaar duurzaam te verblijven,
tenzij hern voor dit verblijf töestemming cloor Burge-
meester en Wcthouders is verleend.
Artikel 44.
I-ndien een op wachtgeld gestelde ambtenares in het
huwelijk treedt, wordt gedurende het huwelijk geen
wachtgeld genoten.