29
26 Maart 1936
verschuldigd worden een boete, berekend naar eene
rente van zes ten honderd 's-jaars over hetgeen ach-
terstallig is, van den vervaldag tot den dag der vol-
doening.
X. Bij niet-betaling van eenigen termijn van aflos-
sing en/of interest binnen drie maanden na den verval-
dagindien op een der eigendommen der gemeente
beslag mocht worden gelegd of haar faillissement
mocht worden aangevraagd indien de gemeente mocht
nagelaten hebben de in eenig dienstjaar te veischijnen
aflossingen of interessen op deze Ieening, ten voile te
brengen op de begrooting van dat jaar, zal de gemelde
hoofdsom of het niet afgeloste gedeelte daarvan, met
de interessen terstond opeischbaar worden en zal de
gemeente alle kosten hebben te dragen op de invor-
dering van een en ander vallende.
XI. De gemeente zal zonder eenige ingebrekestel-
ling in verzuim zijn, enkel door het verloop van een
bepaalden termijn.
XII. Alle betalingen aan „de Nillmij" zullen zonder
eenige kosten voor haar moeten geschieden te haren
kantore te 's-Gravenhage, of te zoodaniger plaatse als
door haar minstens drie dagen te voren zal worden
opgegeven, zulks in wettige Nederlandsche Betaalmid-
delen, terwijl geene kwijting zal kunnen worden ge-
vorderd voor en aleer de verschuldigde bedragen in
haar bezit zijn.
XIII. Telkens op den een en dertigsten December
zal de gemeente een door „de Nillmij" op te maken
saldo-biljet, onder meer vermeldende het krachtens
deze overeenkomst op den avond van dien dag nog
verschuldigde, moeten teekenen en aan de „de Nillmij"
afgeven.
XIV. Alle kosten voor zegel en registratie dezer
akte. alsmede alle belastingen, waarmede kapitaal of
rentebetaling van deze leening mochten worden ge-
troffen, komen voor rekening van de gemeente.
XV. De geldleening zal worden aangegaan op
onderhandsche overeenkomst.