20
26 Maart 1936
UITBREIDING SCHOOLRUIMTE OPENBAAR
ONDERWIJS.
Aan den Raad.
In den kapitaalsdienst van de gemeentebegrooting voor
1936 is een memoriepost opgenomen met de bedoeling
daarmede te kennen te geven, dat uitbreiding van de
schoolruimte voor het openbaar onderwijs noodig is.
Deze noodzakelijkheid om in meerdere schoolruimte te
voorzien, vloeit voort uit de toename van het aantal
leerlingen der Bronsteeschool, zoowel U.L.O. als L.O.
en der Dreefschool.
De Bronsteeschool telt 12 leslokalen, waarvan er 7
in gebruik zijn bij de U.L.O.-school en 5 bij de lagere
school. De U.L.O.-school bestaat uit 4 klassen. De
klassen 1, 2 en 3 zijn echter gesplitst, de 4e klasse nog
niet. Het aantal leerlingen der verschillende klassen van
de U.L.O.-school bedraagt: I A 27, I B 28, II A 25,
II B 24, III A 25, III B 20 en IV 28, totaal 177. Aan deze
school zijn 7 leerkrachten verbonden, wier wedden mo-
menteel allen door het Rijk worden vergoed.
Het gemiddeld aantal leerlingen der U.L.O.-school be-
droeg in 1930: 87%; 1931: 103; 1932: 120%; 1933:
150%; 1934: 162% en 1935: 169%. Hieruit blijkt dat
een sterke toename plaats heeft, welke dan ook mede-
brengt, dat het personeel regelmatig moet worden uit-
gebreid. Zooals reeds werd medegedeeld is de 4e klas
nog niet gesplitst. Het aantal leerlingen dezer klas heeft
echter het gestelde maximum overschreden; eenige ver-
dere toename van het aantal leerlingen zal dus ook split-
sing dezer klas noodig maken. Er is echter in deze school
geen enkel leslokaal meer beschikbaar. Bovendien heeft
het natuurkundelokaal slechts kort als zoodanig dienst
kunnen doen; dit is al spoedig als gewoon klasselokaal
in gebruik genomen en is dit nu nog. Zoodra er eenige
ruimte vrij kan komen, is het dus wel gewenscht, dat dit
lokaal weer de oude bestemming terugkrijgt. In dat ge-
val zouden er dus 2 lokalen voor de U.L.O.-school meer
noodig zijn dan thans, terwijl wij het zeer waarschijn-
lijk achten, dat door den geleidelijken groei deze school
in de toekomst nog meer ruimte noodig zal hebben.