26 Maart 1936
61
ontwerp-verordening volkomen vereenigen. Wanneer
er ergens een terrein is, waar de Overheid de Zon-
dagsrust kan bevorderen, dan is het toch zeker op dit
terrein. Spreker verheugt er zich dan ook over, dat
Burgemeester en Wethouders met deze maatregel zijn
gekomen.
De \oorziiter zegt, dat toen hier in den Raad des-
tijds een stem is opgegaan om het bezorgen van meik
op Zondag te verbieden er meerdere stemmen in de
gemeente zijn opgegaan. Burgemeester en Wethouders
hebben toen het oordeel gevraagd van de Heemsteed-
sche Melkhandel. Het resultaat daarvan is geweest, dat
II stemmen vöör en 10 tegen het uitvaardigen van
een verbod zijn uitgebracht. Dat hier slechts een ver-
schil is van 1 stem, mag in ons parlementair stelsel
geen argument zijn, om de meerderheid te negeeren.
In dezen Raad toch, zegt spreker, zijn meerdere be-
sluiten met 87 stemmen aangenomen. Burgemeester
en Wethouders, zegt spreker, hebben bovendien zoo
eens rondgekeken in andere gemeenten en zagen b.v.
in Amsterdam, dat daar ook een verordening is, die
het bezorgen van melk op den Zo«:dag verbiedt. Ook
in Haarlem en Bloemendaal is men onderling tot over-
eenstemming gekomen, om geen melk op Zondag te
bezorgen. Spreker verheugt er zich tot zekere hoogte
over, dat inen blijkbaar in Haarlem per telefoon melk
bestelt. Dit is een duidelijk bewijs, dat het systeem
daar niet deugt en dat inderdaad een onderlinge af-
spraak niet deugt. Hij vindt het n.I. niet sympathiek,
dat, indien men afspreekt om iets gezameniijk niet te
doen, men langs een achterdeurtje zich daaraan ont-
trekt. Bovendien is het spreker gebleken, dat het be-
zorgen van melk op Zondag, aanleiding geeft tot
ongeoorloofde handelingen. Men maakt van deze ge-
Iegenheid n.l. gebruik, om gelijktijdig ook kaas, eieren
en andere producten te bezorgen.
De heer Rijkes merkt op. dat de minderheid nog
gevraagd heeft om in de maanden Juni tot en met
September het uit te vaardigen verbod niet van kracht
te doen zijn. Het is spreker niet gebleken, dat Burge-
meester en Wethouders bereid zijn gevolg te geven
aan dezen wensch van de minderheid, zoodat die
blijkbaar genegeerd wordt. Spreker vraagt of die mee-
ning juist is.
De \oorzitter antwoordt hierop bevestigend.
De heer \an Unen merkt op, dat volgens de letter
der verordening het bezorgen van melk aan de ver-