26 Maart 1936
63
De heer fonckbloedt vraagt, waarom Burgemeester
en Wethouders deze macht aan den Raad willen ont-
trekken. Er zijn tocli dikwijls verhuren of verpachtingen
van importantie, waarover de Raad dan niets meer te
zeggen heeft.
De heer fhr. van de Poll, Wethouder, antwoordt
hierop, dat hier werkelijk niets achter zit. Er worden
dikwijls perceeltjes grond verhuurd door den Raad,
waarvan de opbrengst lager is, dan de onkosten, ver-
bonden aan het administratieve werk. De Raad behoudt
echter altijd het recht, om zijn veto uit te spreken.
Nu kan men natuurlijk altijd praten over de grens,
d.w.z. tot welk bedrag zullen Burgemeester en Wet-
houders worden gedelegeerd. De delegatie als zoo-
danig is echter een geheele gewone figuur, die ver-
eenvoudiging bevordert.
De heer Jonckb'.oedt zegt, dat hier delegatie wordt
gevraagd tot een bedrag van f300.—gedurende
maximum 5 jaren, dus practisch tot een bedrag van
f 1500.Dit acht hij van groote importantie en kan
daarvoor zonder meer niet gevoelen.
De heer fhr. van de Poll, Wethouder, vraagt den
heer Jonckbloedt dan een andere grens te noemen. In
Bloemendaal loopt die grens tot f5Q0.
De heer Van der brf heeft ook bezwaar tegen
deze delegatie, dat echter heelemaal niet voortkomt
uit wantrouwen in Burgemeester en Wethouders. Spre-
ker heeft echter wel eens meer spijt gehad van het
uit handen geven van bevoegdheid en dan denkt hij
bijvoorbeeld aan de bevoegdheid van Maatschappelijk
Hulpbetoon, waarover de Raad niets meer te zeggen
heeft. Zoo hebben Burgemeester en Welhouders ook
bevoegdheid zelfstandig straten te gaan verleggen. Een
en ander kan hij niet toejuichen.
De heer Meeuwenoord acht het ook wenschelijk, dat
de Rsad op zijn qui vive is met het delegeeren van
zijn bevoegdheid.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, merkt op,
dat de raadsleden toch voliedig op de hoogte zijn met
de verhuren en de verpachtingen, aan de liand van de
gemeente-begrootingen.
De heer Meeuwenoord zegt, dat de raadsleden daar-
mede toch niet volledig op de hoogte komen.
De Voorzitter zegt, dat de opmerking van den heer
Van der Erf niet heelemaal juist is. De Armenwet
heeft n.l. de zelfstandige bevoegdheid aan Maatschap-
pelijk Hulpbetoon gegeven. In dit opzicht zouden