33
14 Mei 1936
WEDERKEERIGE HULPVERLEENING BI| DE
BESTRlJDING VAN BRAND IN HEEMSTEDE
EN AANGRENZENDE GEMEENTEN.
De Raden der gemeenten Haarlem. Bennebroek,
Bloemendaal, Haarlemmeimeer, Heemstede en Zand-
voort;
Gelet op de artt. 129 en 135 der Gemeentewet;
BESLUITEN:
Behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten
van Noordholland, de na te noemen gemeenschappelijke
regeling aan te gaan tot wederkeerige hulpverleening
bij de bestrijding van brand in hunne gemeenten.
Artikel 1.
1. De gemeenten verleeren elkander bijstand bij de
bestrijding van brand, indien de gemeente, waar de
brand woedt, op dien bijstand een beroep doeti
2. Burgemeester en Wethouders der gemeenten
zullen nader regelen de volgorde, waarin de verschi!-
lende gemeenten achtereenvolgens elkr nders brandweer
te hulp zullen roepen.
Artikel 2.
De hulp zal worden verleend op verzoek van den
Burgemeester of door den door dezen daartoe ge-
machtigde.
Artikel 3.
Aan een verzoek om hulpverleening behoeft niet te
worden voldaan, indien de opgeroepen brandweer in
eigen gtmeente dienst moet üoen voor brandbestrij-
ding. Aan een verzoek om hulpverleening behoeft
mede niet te woiden voldaan, inuien de opgeroepen
brandweer op het oogenblik van de huipaanvrage
leeds hulp verleent in een andere gemeente en bij
voldoening aan de tweede hulpaanvrage alle brand-
weermateriaal van de gemeente zou worden onge-
vorderd.
Artikel 4.
Het commando over de helpende brandweer berust
bij het dienstdoend hoofd der brandweer van de ge-
meente waar de brand woedt. Dit hoofd is aanspra-
kelijk voor het blusschingswerk en beslist, rnet uit-