33
14 Mei 1936
Artikel 7.
Indien tijdens de hulpverleening de helpende brand-
weer wordt teruggeroepen, omdat haar diensten in
eigen gemeente noodig zijn, is zij bevoegd onmiddel-
üjk de hulpverleening te beëindigen.
Artikel 8.
De gemeente, wier hulp is gevraagd, is bevoegd,
daaiaan niet te voldoen, indien het terrein van den
brand wegens den toestand van wegen, of om andere
geldige reden&n niet voor haar brandweer bereikbaar is.
Artikel 9.
1. Deze regeling kan te allen tijde worden gewijzigd.
2. Aan Burgemeester en Wethouders der gemeenten
wordt overgelaten te regelen op welke wijze voor-
stellen tot wijziging aan de Raden zullen worden op-
gemaakt.
3. Binnen één maand, nadat door een der colleges
de wenschelijkheid eener wijziging is te kennen gege-
ven, zal daarover het overieg tusschen de colleges
worden geopend.
4. Het gevoelen van de meerderheid in de colleges
is beslissendwordt beslist, dat aan de Raden ten
voorstel tot wijziging in overweging zal worden ge-
geven, dan zullen de colleges binnen een maand na
eëindiging van het overleg over het voorstel de be-
shssing van de Raden uitlokken.
5- Ingeval tusschen de Raden overeenstemming
wordt bereikt, is het voorstel aangenomen wordt die
oyereenstemming niet bereikt, dan wordt naar aanlei-
ding van de beraadslagingen in de Raden het overleg
tusschen de colleges van Burgemeester en Wethouders
opnieuw geopend.
6. Over het naar aanleiding van dit hernieuwd
overleg al of niet gewijzigd voorstel, wordt door de
colleges vain Burgemeester en Wethouders binnen één
maand na beëindiging van het hernieuwd overleg de
beslissing van de Raden uitgelokt.
7. Verklaart de meerderlieid der Raden zich voor
111 zesde lid bedoeld voorstel, dan wordt dit
geacht te zijn aangenomen. Wordt geen bepaalde
meerderheid verkregen, dan wordt het voorstel geacht
n:et te zijn aangenomen.
8. De eindbeslissing van de Raden wordt genomen
innen zes maanden, nadat de wenschelijkheid tot
wlJzlgmg werd te kennen gegeven.