zijde is te kennen gegeven. Er is gezegd „regeeren is
vooruitzien", terwijl gewezen werd op het feit, dat
werd aangestuurd op noodlijdendheid. Thans komt
zeer duidelijk naar voren de toen genoemde noodlij-
dendheid van de gemeentekas, terwijl nu dan ook het
voor sommigen lang verbeidde tijdstip is aangebroken,
waarop de arbeidsvoorwaarden en steunnormen kon-
den worden verminderd. Reeds zoo dikwijls was in
deze richting geïnformeerd en gepolst door degenen,
die met de steunregeling niet zelf te maken hebben,
dat het bij hem geen verwondering wekt, dat thans
deze heeren denken „zie zoo, beter dat dit doel, n.l.
steunverlaging, wordt bereikt, dan dat enkele guldens
meer belasting zouden moeten betaald worden".
Degenen, die naar verslechtering der steunnormen
hebben gestreefd, kunnen tevreden zijn. Zij hebben
de zaak handig aangepakt ook. Zij voorzagen zeer
goed, dat een rechtsstreeks voorstel tot verlaging,
weinig kans van slagen zou hebben, omdat dau al te
duidelijk naar voren zou komen de scheidingslijn
„democratisch of on-democratisch". Neen, zoo niet,
doch langs een omweg. Dan zullen zelfs de S. D. A. P.'
en de C. D. U. de Vrijheidsbonders helpen, het door
hen beoogde doel te bereiken. De gemeentekas de
noodzakelijke geldmiddelen te onthouden om de ge-
meentelijke huishouding le besturen, dat is het mid-
del. En werkelijk, de voornoemde vertegenwoordigers,
de vertrouwensmenschen van de moderne arbeiders
loopen er in, laten zich voor het wagentje van den
Vrijheidsbond spannen en helpen daardoor de belan-
gen der werklooze arbeiders naar beneden trekken.
Dat is nu politiek, doch een politiek, waaraan de
belangen van de arbeiders worden opgeofferd, Beter
ware het geweest, bij de begrootings-behandeling, het
voorstel door de R. K. raadsfractie voorgesteld, te
steunen, dan had met deze stemmen een meerderheid
gevonden kunnen worden voor het voorstel van deze
fractie om de opcenten op de gemeentefondsbelasting
met 10 te verhoogen en 25 opcenten te gaan heffen
op de Vermogensbelasting. Daardoor had voorkomen
kunnen worden, dat in ieder geval niet de stand der
gemeente-financiën aanleiding had kunnen geven tot
verslechtering van den toestand der werklooze arbei-
ders. Dit immers is juist het bittere van de aanvaar-
ding van de rijkssteunregeling, dat juist het zwaarst
30 Juni 1936.